Naderend leed wierp zijn schaduw vooruit, toen den 19den Maart j.l. de berichten uit Nederland gewaagden van een ongunstige wending in de ernstige ongesteldheid, waaraan Hare Majesteit de Koningin-Moeder sinds enkele dagen lijdende was. Reeds den dag daarop viel rouw over ons Koninklijk Huis en het Nederlandsche Volk Hare Majesteit Adelheid Emma Wilhelmina Theresia, Koningin-Moeder, was de eeuwige ruste ingegaan. Een buitengewoon nummer van de Staatscourant van den 20sten Maart 1934 bevat de Koninklijke Boodschap, waarin H. M. onze geëerbiedigde Koningin Haar Volk het ver scheiden Harer Koninklijke Moeder kond doet „Het heeft God behaagd, Mijn beminde Moeder na een kort ziekbed tot Zich te roepen. Zij is hedenmorgen zacht ingeslapen. Het is met diepe droefheid, dat ik daarvan kennis geef. Ik ben overtuigd, dat allen deelen in Mijn smart en die van de Mijnen en in het verlies, dat Haar overlijden voor het gansche volk beteekent. WILHELMINA". Wij komen en wij gaan. Ook Zij, de Koningin, de Koningin- Regentes, de Koningin-Moeder, ging. Doch het leed om Haar heengaan wordt gelenigd bij het dankbaar gedenken van hetgeen Zij voor Haar vorstelijk Gezin en het Volk der Neder landen in Haar rijke leven heeft mogen zijn. Na Haar blijde inkomste als jeugdige Koningin der Neder landen een toegewijde Gemalin en Moeder, daarna als Ko ningin-Regentes een met wijs beleid regeerende Vorstin, die ook meermalen blijk gaf van Haar warme belangstelling voor, Haar oprechte gehechtheid aan de weermacht, einde lijk, nadat Zij de Staatstaak aan Hare Koninklijke Dochter had overgedragen, een „Koningin-Moeder der Barmhartig heid". Zoo blijve de nagedachtenis van H. M. Koningin Emma in onze eerbiedige en dankbare herinnering voortleven. Zij ruste zacht. Redactie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 3