Mij is een voorbeeld bekend van den bezitter van een dergelijk sporthart, die ongetraind in bergterrein dus waar speciaal aan het hart hooge eischen worden gesteld het gemakkelijk kon uithouden tegen een der beste loopers van het gewest, totdat na eenige dagen de beenspieren door de optredende stijfheid de balans in zijn nadeel deden omslaan. Wel een bewijs voor de overwaardigheid van het hart ten opzichte der niet getrainde beenspieren. Onze militairen hebben, gelijk reeds gememoreerd, van hun gymnastische oefeningen en patrouilles in het algemeen dan ook geen gevaren te duchten voor het hart. Wel zou ik gaarne willen waarschuwen tegen het laten meeloopen met den troep van een militair, die onderweg ziek geworden is met een koortsige ziekte, speciaal met keelontsteking. De hartspierbeschadigingen die wij na keelontsteking zien optreden zijn vaak zoo ernstig, dat bij eenigszins zwaar ziek zijn het verstandiger is den man naar huis te sturen, hetgeen op Java vaak per autobus, elders per prauw meestal wel mogelijk is. Door zoo'n militair zonder noodzaak te dwingen mede te blijven loopen, kan men soms aan het leger een militair en aan zich zelf een verwijt besparen. De malaria heeft niet zoo'n invloed op de hartspier, hierbij behoeft men dus niet zoo voorzichtig te zijn. Nu binnen kort in verband met de nieuwere inzichten omtrent het ontstaan der immuniteit bij de malaria een andere wijze van chinineverstrekking zal worden ingevoerd, is het wel van belang dit te weten. Wel zien wij soms bij onze oudere militairen met 15 jaren dienst in zwaar terrein bij de herkeuring voor reëngagement aantoonbare hartvergrootingen. Deze hartvergrootingen ontstaan ten deele door echte hartspierhypertrophie bij kleine militairen, die ongeveer hun halve gewicht aan uitrusting mededragen deels zijn deze hartvergrootingen ontstaan na infectieziekten, wel ke een lichte ontsteking van de hartspier veroorzaakt hebben, die na genezing gecompenseerd werd door een bovenmatige ontwikkeling der nog gezonde spiervezels. Veelal huldigt men ook de meening, dat de drager van een sporthart op hoogen leeftijd vroegtijdig bezwaren van de zijde van het hart kan krijgen. Alhoewel het oogenschijnlijk wel waar schijnlijk lijkt, dat een orgaan waarvan in de jeugd veel geëischt is geworden het op hoogeren leeftijd het eerst zal opgeven, is daarvan tot nu toe niets gebleken uit de statistieken. Bijvoorbeeld van de 177 raceroeiers van de Amsterdamsche roeivereeniging Nereus, welke tusschen 1887 en 1928 aan de roei wedstrijden deel namen zijn thans 9 overleden, waarvan geen een tengevolge van een hartaandoening. In Amerika heeft men de mortaliteit nagegaan van 4976 studenten welke tot de prijswinnaars bij sportwedstrij den behoort hebben. Diegene die vóór 1900 de Universiteit had den verlaten vertoonden een mortaliteit van 94 der gemiddelde sterfte volgens levensverzekering-cijfers. 371

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 59