korpsen door de minderen van het leger in hun rechtspositie als meerdere erkend worden. Wanneer genoemde korpsen gemobiliseerd worden, zijn op het personeel behoorende tot die korpsen de militaire straf- en tucht wetten geheel van toepassing en wordt dit dus militair in den zin van het W. v. M. S. Omgekeerd bestaat er tusschen meerderen van het leger en minderen van de zeemacht en van de niet rechtstreeks tot het leger behoorende korpsen geen militair strafrechtelijke en daar om ook geen tuchtrechtelijke verhouding. Echter is het onderling groeten voorgeschreven bij art. 3 V. E. S. ^Voorschrift op de militaire eerbewijzen enz.). DE KRIJGSTUCHTELIJKE VERGRIJPEN. Het oude Reglement van het Krijgsvolk of Discipline voor het Krijgsvolk te Lande (R. v. K.) gaf in de artikelen 8 27 eene opsomming van de overtredingen tegen de krijgstucht. Eene vol ledige opsomming te geven was ondoenlijk, hetgeen duidelijk bleek uit het artikel 27, waaronder alle niet genoemde over tredingen konden worden gebracht en dit aantal is en blijft ontelbaar. Bovendien waren onder deze artikelen er eenige, die feitelijk buiten het tuchtrecht vielen, zooals de artikelen 20 en 21 en dus oneigenlijk eene krijgstuchtelijke overtreding weer gaven. Weliswaar geeft het R. b. d. Kr. in Hoofdstuk II ook eene opsomming van handelingen, die onbestaanbaar zijn met de mi litaire tucht of orde, doch de bedoeling hiervan is, vooral den jongen militair aanwijzingen te geven omtrent plichten en ge dragingen, die de militaire samenleving van hem eischt. Een volledige opsomming te geven van krijgstuchtelijke overtredingen is ook thans onmogelijk. De omstandigheden zullen voor ieder geval afzonderlijk moeten uitmaken of men met dit soort over tredingen te doen heeft. Daarom mag men niet van de onder stelling uitgaan, dat een feit niet genoemd in het R. b. d. Kr. niet als krijgstuchtelijk vergrijp mag worden beschouwd. Art. 2 van het W. v. Kr. handelt over krijgstuchtelijke vergrijpen. Onder No. 1 van dit artikel worden als krijgstuchtelijk vergrijp aangemerkt, alle niet in wettelijke strafbepalingen omschreven feiten, strij dig met eenig dienstbevel of dienstvoorschrift, of onbestaanbaar met de militaire tucht of orde. Hiermede zijn bedoeld, de z.g. eigenlijke krijgstuchtelijke ver grijpen. Zoodra het feit eene wettelijke strafbepaling betreft ver laat men al is het soms ook tijdelijk het eigenlijke tuchtrecht om het strafrechtterrein te betreden. Wat zijn wettelijke straf bepalingen Hiermede worden niet alleen bedoeld de bepalingen van het gemeene strafrecht en het militair strafrecht, doch ook «de strafrechterlijke verordeningen van lagere wetgevers bijv. 379

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 67