410 maken aan het familiebelang en dit laatste wederom aan het welzijn van den Keizer, dit is van Japan. 1) Voorts vraagt spr. zich af, waarom de Japansche staatslieden nu zoo openlijk voor hunne plannen uitkomen, terwijl men tot dusverre gewend was aan een zeer gereserveerde houding hunnerzijds. De verklaring zal grootendeels liggen in de omstandigheid, dat de Japansche Regeering onver holen gaat erkennen een „Realpolitiek" te voeren, een politiek, waarbij de noodzakelijke elasticiteit ten opzichte van de aan den Volkenbond ten grondslag liggende beginselen zal worden betracht, wanneer daarmede eigen belangen kunnen worden gediend. Japan heeft zijn voorzichtige diplomatie verlaten. 2) Spr. gaat verder vragenderwijze op dit onderwerp in. Denkt Japan zich den vrede te verzekeren door bedreiging met oorlog Japan gaat dan wel een zeer hoog spel spelen, waarbij spr. o.a. verwijst naar de overeenkomstige houding, welke het keizerlijke Duitschland in den aanvang van deze eeuw innam. 3) Spr. ziet de mogelijkheid onder oogen, dat de coalitievorming reeds zou zijn begonnen. Rusland, Japans grootste tegenstander, heeft zich door het sluiten van tal van non-agressie verdragen, in Europa weten veilig te stellen. De vriendschappelijke verhouding met de kleine Entente brengt ook toena dering tot Frankrijk. Gelijktijdig met deze positieverbetering in Europa valt een mislukking van de onderhandelingen betreffende den verkoop van den Russischen Oosterspoorweg in Japan, zoomede over een non-agressie pact Amerika-Japan te constateeren. Tevens wordt Rusland door Amerika 2) Zooals wij reeds eenigen tijd geleden in het overzicht mochten ver melden, staat in het Boek der Trouw geschreven„Deze trouw (d.i. we- „reldsche kleine trouw) isden vorst te dienen, zichzelf te vergeten, zijn „land te dienen, zijn huis te vergeten, fouten van zijn meester te verbeteren, „in gevaar zich begevende, zoo noodig willen sterven". 2) Ook hier willen wij een aanhaling doen uit het geschrift van den onlangs afgetreden Jap. Min. v. Oorlog Araki Sadao, „De Roeping van het huidige Japan". Zoo lazen wij op blz. 15 het volgende „Engeland wordt genoemd een natie van gentlemen. Maar hoe komt het „dan dat de beweging naar Zelfbestuur in Indië jaar op jaar in kracht „toeneemt Amerika neemt gerechtigheid en humanitaire beginselen tot „richtsnoer. Maar wat moet men daarvan denken als men zijn buitenlandsche „politiek ten opzichte van Panama, Nicaragua, Cuba en andere staten ziet „Welken staat men ook waarneemt, er is er geen enkele, die er (zooals „Japan iets op nahoudt, dat lijkt op de kwödö, den Keizerlijken weg. „(Zie voor dit begrip het I.M.T. No. 11, 1933, blz. 1048). „De staten van Oost-Azië zijn geworden tot slachtoffers van het blanke „ras. Het ontwaakte Japansche Keizerrijk kan hun willekeurige gewelddaden „niet langer dulden. Het is de plicht van het Keizerrijk Japan, de daden van „onverschillig welke sterke mogendheid met kracht te bestrijden, zoodra „zij in conflict komen met de kwödö. „Daarom, waar in Oost-Azië ongeregeldheden het hoofd opsteken, kan „Japan niet stilzwijgend toezien". Inderdaad woorden, welke aan duidelijkheid en, al is Min. Araki afgetreden, aan beteekenis niets open laten. Het geschrift, zoomede de Japansche pers in het algemeen, bevatten talrijke van dergelijke uitlatingen. 3) Wij willen hier wijzen op de omstandigheid, dat de Japansche Buiten landsche politiek sindsdien een minder agressief karakter heeft aangenomen, al zal het doel, naar onze overtuiging, hetzelfde zijn gebleven. Optreden van Min. Hirota in plaats van Uchida minder invloed van de militaire partij sinds (wellicht zich uitende in) het loslaten van den Min. v. Oorlog Araki waarschijnlijk ook de invloed van de erkenning van Rusland door de Ver. Staten v. N. A., zoomede wellicht de mogelijkheid, dat Japan voelt, dat zijn politiek, voerende tot isolatie, toch niet de meest gewenschte is.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 98