525 9. VAN HET WERELDTOONEEL. (met 1 kaartje). Ter beoordeeling van de beteekenis van de jongste berichten betreffende de zich meer en meer toespitsende verhoudingen in Oost-Azië willen wij in de volgende regelen een zeer beknopt overzicht geven van de positie, welke de verschillende groote mogendheden en inzonderheid Japan, in den Pacific innemen. Ter verduidelijking werd een eenvoudig schetskaartje bijgevoegd. Zooals wij reeds bij herhaling in deze rubriek mochten memoreeren, vormt de ontstellend snelle toename van de bevolking van Japan, met als gevolg daarvan een logische drang naar expansie, de eigenlijke oorzaak van de voortdurende spanning en dreiging in Oost-Azië. De pogingen van Japan, door emigratie een uitweg te vinden voor zijn bevolkingsoverschot, hebben gefaald ten gevolge van de afweermaatregelen van Engeland (Australië, Canada) en Amerika, waarbij zich, wellicht onder invloed van de Ver. Staten, nog enkele Zuid-Amerikaansche aansloten. De daarop volgende industrialisatie van Japan met het daarmede samenhangende en niet zonder succes ingezette economische offensief een andere vorm van expansie is oorzaak, dat men zich allerwegen gaat of is gaan beschermen tegen deze penetratie, hetzij door middel van contingenteeringen dan wel door het heffen van buitengewone invoerrechten ter bescherming van de eigen industrie. Met toenemende scherpte en duidelijkheid teekenen zich de machtstegen stellingen in den Pacific af men ziet langzamerhand een vrijwel geïsoleerd Japan, dat strijdt voor levensruimte voor zijn bevolking, tegenover een kring van Westersche mogendheden die niet van plan zijn hunne eenmaal in Oost-Azië verkregen afzetgebieden en belangensferen zonder meer prijs te geven. Wanneer men de historische ontwikkeling van het Japansche Rijk nagaat, dan manifesteert zich op ondubbelzinnige wijze de door dit land reeds sedert tientallen van jaren gevolgde en met vaste en besliste hand geleide politiek, welke zich kenmerkt door een voortdurend streven naar de hegemonie in het oostelijk deel van den Pacific, een politiek, aanvankelijk zeer kalm en bedachtzaam geleid, na den Russisch-Japanschen oorlog krachtiger en dui delijker aan den dag tredend, om ten slotte gedurende de laatste jaren op onomwonden openlijke en welhaast brute wijze te worden gedemonstreerd. (Shanghai, Mantsjoekwo en last not least de „hands off" verklaring ten op zichte van China). Interessant is hierbij een bestudeering van de talrijke verdragen en overeenkomsten, welke na 1895 werden gesloten en waarvan aan het slot van dit opstel een kort resumé zal worden toegevoegd. Een der eerste voorwaarden voor het bereiken van een overheerschende positie in het algemeen is gelegen in de strategische onaantastbaarheid daar van, gepaard gaande aan de daarmede ten nauwste samenhangende economi sche zelfstandigheid (self-supporting). De wijze, waarop Japan dit eerste desideratum nastreefde en grootendeels heeft weten te bereiken, treedt ten duidelijkste aan den dag, indien men zich de historische ontwikkeling van dit rijk voor oogen stelt. Oorspronkelijk bestond Japan uit 3 (later uit 4) eilanden. Geleidelijk verzekerde het zich van de eilandenreeksen, welke het in het noorden en zuiden met het vasteland verbinden. In 1872 werden de Lioe-Kioe-eilanden, de brug naar Formosa vormende, ingelijfd. In 1875 volgden de Koerillen de verbinding naar het vasteland in de noorden, welke eilanden bij verdrag door Rusland werden afgestaan. In 1876 kwamen de Bonin-eilanden onder Japansch bewind, waarmede een eerste schrede

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 103