544 en indien bekend is, dat het materieel nog in uitstekenden toestand verkeert. Ook de zware brug bleek bij belasting goed te voldoen. Afhankelijk van de waterabsorbtie door de pontons bedroeg de boordhoogte bij het passeeren eener 23 tons tanks 15.2 a 19 cm (zou bij nieuwe pontons 20 a 23 cm hebben be dragen) Vermelding verdient, dat bij zware overbelasting de lichte brug eerst ver sterkt werd, n.l. door toevoeging van extra liggers en door tusschen plaatsen van een extra ponton in elk vak een dergelijke „verzwaarde" brug gaf bij een vrachtauto (druk op vooras 3.5 t., op achteras 8 t.) 30.5 cm boordhoogte en zwaardere vrachtauto (druk op vooras 3.85 t., op achteras 9.75 t.) 25.4 cm boordhoogte. Twee van deze laatste auto's onmiddellijk tegen elkaar gaven 12.7 cm boordhoogte, het aantal liggers was daarbij tot 13 opgevoerd. Geresu meerd bleek de verzwaarde lichte brug geschikt voor 15 tons lasten. Ook de schragen bleken daarvoor voldoende sterk. T.a.v. de overzetcapaciteit van de pontons van den lichten bruggentrein geeft schr. de volgende gegevens De enkele ponton kan behalve de 4 a 6 roeiers juist de geweerdragenden eener sectie inf. bevatten bij snellen stroom en gebruik van een ah-motor is de capaciteit 35 volledig uitgeruste infanteris ten. Aflossing der roeiers is reeds na eenige vaarten noodzakelijk. Ook kleine karren werden per afzonderlijke ponton overgezet. Het 2 pontonvlot bleek bij stroomsterkten grooter dan 0.45 m per sec. moeilijk manoeuvreerbaar. Als reeppont voldeed het echter goed tot een stroomsterkte van 1.35 m per sec. Gebruikte men bovendien nog een ah-motor, dan kreeg men een zeer gunstige, aan te bevelen, combinatie. Zonder reep geeft het gebruik van een ah-motor bij het vlot slechts voordeel bij zeer kleine stroomsnelheden i.v.m. de moeilijke bestuurbaarheid (de ah-motor wordt aan een der pontons be vestigd) Bij gebruik van vlotten van meer dan 2 pontons wordt de verhouding van de breedte tot de lengte ongunstig waardoor veel motorenergie aan het sturen verloren gaatalsdan kan men beter een losse ponton met ah-motor het vlot in het midden laten opduwen (een 16 hp motor bij een 4 pontonvlot) Het draagvermogen van een 2 pontonvlot bedraagt 6 t., voegt men er midden tusschen een derde ponton aan toe, dan wordt het draagvermogen 9 t. Bij vlotten van 2 en 3 brugvakken (a 4.88 m) is het draagvermogen 4 t. per vak. Vlotten van 4 pontons werden veelvuldig toegepast. (Voor pontonvlotten in Ned. zie M. Sp. 1932 blz. 618, voor idem in Ned.-Indië zie I.M.T. 1934 No. 4). Ook met het materieel van den zwaren pontontrein werden vlotten gemaakt. Een 2 pontonvlot heeft een draagvermogen van 12 t., bij toevoeging van een derde ponton wordt dit gebracht op 18 t. Voor vlotten uit 2 of meer brug vakken bestaande, is het draagvermogen 10 t. per vak. Een 43 tons tank werd op deze wijze met een 5 pontonvlot overgezet, waarbij de liggers over 3 pontons doorliepen (boordhoogte 26.7 cm) tegen „scheppen" bij op- en afrij den reikte de van de schraag (of over) komende klep tot boven de tweede ponton van het vlot. Over de hanteerbaarheid wordt het volgende opgemerkthet afladen van de pontons van den lichten trein geschiedt door de betrokken ploeg in 5 minuten, daarna kan de ponton nog over 30 m afstand door 16 a 20 man met de hand gedragen worden, verder wordt gedragen vervoer bezwaarlijk. Bij een oefening gedurende duisternis voor overzetten van een eerste echelon, duurde het ontladen, het vervoer naar de waterkant over 320 m niet te gunstig terrein en het te water laten der ingedeelde 8 pontons 4 uur, waarbij per pon ton 50 man noodig waren. De pontons van den zwaren trein zijn zooals te verwachten nog minder hanteerbaar. Het te water laten ging goed zoolang de ahw. achteruit tot aan den oever gereden kon worden. Kon zulks niet, dan geschiedde het vervoer na afladen door rollen over rondhout, waarbij men den tractor kan laten duwen. E.e.a. gaat zeer langzaam, met de hand dragen bleek uitgesloten. Daar de lichte bruggentrein zich slechts in beperkte mate en de zware bruggentrein zich in het geheel niet buiten de verharde wegen kan bewegen, wordt nog naar verhooging der beweeglijkheid gezocht, waarbij een' voorloo- pige oplossing werd verkregen door de pontons (van den lichten trein) afzon-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 124