546 door zij de actie van een leger eerder belemmerden dan bevorderden. De steeds sterker wordende legers en de drang naar grootere beweeglijkheid, dwong echter tot een beter en militair georganiseerde verzorging der leger scharen. In 1793 werd het korps „Royal Wagoners" opgericht, hewelk belast was met het transport der legerbenoodigdheden. Gedurende den Krimoorlog werd ondervinding opgedaan betreffende de verzorging van een op grooten afstand van het moederland ageerende troepenmacht. De wereldoorlog over trof echter iedere verwachting op dit gebied. 25.500.000 ton krijgsbehoeften werden over het kanaal aangevoerd naar de Engelsche troepen in Frankrijk. Hieronder waren 5.400.000 ton graan en hooi, 3.200.000 ton levensmiddelen, en 3.900.000 ton steenkool. Het Royal Army Service Corps (R.A.S.C.) telde bij den wapenstilstand 10.600 officieren, terwijl het Royal Army Ordnance Corps (R.A.O.C.) 2.200 officieren sterk was. Deze korpsen telden in vredestijd 460, resp. 350 officieren, waaruit blijkt hoe belangrijk deze diensten in oorlogs tijd zijn uitgegroeid. S. merkt op dat sedert den oorlog wederom groote veranderingen hebben plaats gehad in de organisatie van den dienst van aan- en afvoer. Paarden- en menschenkracht is daarbij reeds voor een groot deel verdrongen door motorkracht. De lage-druk ballonbanden openden voor het vracht-transport nieuwe mogelijkheden laadvermogen en snelheid konden worden opgevoerd. Door de perfectionneering van tractor met rupsband is aanvoer van legerbehoeften dwars door het terrein mogelijk geworden. Het R.A.S.C. verschaft voedsel, fourage, brandstof, licht, hospitaalbenoodigheden, desinfectie-installatie's en -middelen, benzine, smeermiddelen en transport middelen. Alle overige benoodigdheden voor den soldaat (kleeding, uitrusting, wapening, leergoed, enz.) worden aangeschaft, opgeschuurd en beheerd door het R.A.O.C. Reparatie en herstellingen werden gedurende den grooten oorlog door drie verschillende lichamen verricht. Tanks werden hersteld door het tank-korps zelfvrachtwagens en soortgelijke vervoermiddelen door het R.A.S.C. alle andere herstellingen door het R.A.O.C. Schr. acht dit systeem niet efficient. Hij wenscht alle herstellingen te zien uitgevoerd door een specialen reparatie-dienst, v.z.v. zij niet bij het onderdeel zelf kunnen worden verricht. Het R.A.S.C. was ook belast met de transporten in de nabijheid van het operatie-gebied. Niet alleen de door dezen dienst aangevoerde goederen werden door hem verder getransporteerd, doch ook die welke door het O.C. werden verstrekt. Voorts behoorde het transport van munitie, genie-materialen, geneeskundig materieel cantinebehoeften, gewonden en troepen mede tot de taak van het R.A.S.C. Naast deze organisatie was het „Transportation Directorate" in het achterland belast met alle aan- en afvoer. Schr. wenscht hierin verbetering en vereenvoudiging te brengen door het R.A.S.C. te belasten met de regeling van alle transporten in hun vollen om vang, terwijl alle aanschaffingen alsdan zouden moeten worden verricht door het R.A.O.C., dat daartoe van oudsher is aangewezen. Idem. „Requisitions in war" door Maj. C. F. Milsom. D.S.O. In 1914 werden 4 officieren en 16 minderen belast met de requisitiën ten behoeve van het Engelsche Leger in Frankrijk. Het mindere personeel, afkomstig van den magazijnsdienst van het R.A.O.C., bleek voor dit werk minder geschikt te zijn. Zij waren de Fransche taal niet machtig, hetgeen hier een onoverkomelijk be zwaar bleek te zijn. Deze aangelegenheid was tevoren niet voorbereid, zoodat eerst na 8 weken deze dienst in de meest noodzakelijke behoeften kon voor zien. Langzamerhand werden hieraan reserve-officieren toegevoegd, die geheel op de hoogte waren van de Fransche taal en van de handelsgebruiken in dit land. Toch gaf de in 1915 toegepaste requisitiemethode aanleiding tot vele moeilijkheden. Een belangrijke fout van het systeem is volgens S. het feit, dat de officieren werden uitgezonden voor plaatselijke requisitie van bepaalde artikelen, zonder dat hun daarbij een rayon werd aangewezen, en maximum prijzen werden opgegeven. Dientengevolge boden zij soms (on wetend) tegen elkaar op, zoodat enorm hooge prijzen werden bedongen. Daar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 126