1 I. Inleiding. 1. In deze nota zijn een aantal aanteekeningen opgenomen, waartoe de opzet en het verloop van de in het jaar 1933 ge houden oefeningen aanleiding hebben gegeven, terwijl eenvou- digheidshalve daarin tevens zijn verwerkt de nog steeds van belang zijnde aanwijzingen uit de vorige overeenkomstige nota's, welke derhalve hiermede komen te vervallen. II. Opzet der oefeningen. 2. (1) Men streve voor de troepenoefeningen naar afwisse ling in den tactischen grondslag. In verband met de kosten, welke met meerdaagsche oefeningen op eenigszins groote schaal zijn gemoeid, beoefene men daarbij vooral datgene, waartoe de nabij het garnizoen gelegen terreinen geen of slechts gebrekkige gelegenheid bieden. (2) Bij het opzetten van oefeningen dient men zich, voor al onder het huidig financieel aspect, ernstig rekenschap te geven van de kosten, welke met het houden daarvan gepaard gaan. Steeds moet in alles en door allen worden gestreefd naar de minst kostbare wijze, waarmede het doel van de oefe ning kan worden bereikt, waarbij het onderhouden van een goeden geest in den troep echter niet uit het oog mag worden verloren. (3) Bij de beoordeeling dezer kosten houde men niet uit sluitend het oog gericht op de gelden, welke jaarlijks voor practische oefeningen worden beschikbaar gesteld en waarme de moet worden uitgekomen. Deze gelden vormen toch slechts een gering deel der totale kosten; het grootste deel der uitga ven is belichaamd in de vervoerkosten, de dag- of excursiegel- den, de toelagen, het verschil van de bedragen der voeding- gelden in en buiten garnizoen, de uitgaven ten behoeve van de verlichting der bivaks of kantonnementen e.d. Ook een te ruim munitieverbruik kan de kosten der oefeningen onnoodig opvoeren. (4) In verband hiermede zal bij het opzetten en houden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 135