5 de nadeelen van een en ander behoeven uiteraard niet te wor den uiteengezet. (5) Om dergelijke nadeelen te ontgaan verdient het der halve aanbeveling om in de onderstelling, of in een op een geeigend tijdstip uit te geven vervolg daarop, zoodanige aan vullende gegevens omtrent den vijand te verstrekken, dat de meerbedoelde commandant in de gezamenlijke gegevens een logischen grondslag kan vinden voor een besluit, dat de oefe ning in voldoende mate in de door den leider gewenschte rich ting zal doen verloopen. .8. (1) Bij oefeningen met een zoodanig aangenomen tacti- schen of strategischen toestand, dat de commandant der te oefenen afdeeling een bindend bevel ontvangt, dat hem dwingt te handelen in de door den leider gewenschte richting, doen vorengeschetste nadeelen zich uiteraard niet voor; men be denke hierbij, dat het bindende bevel in zoodanig geval op lo gische wijze steun moet vinden in de geheele onderstelling en de gegevens omtrent den vijand daarbij dus ook een rol zullen spelen. (2) M.m. geldt het vorenstaande ook ten aanzien van ge gevens omtrent den vijand, welke uitsluitend berusten op een cavalerie-verk'enning op den dag vóór de oefening. 9. Een en ander neemt niet weg, dat in de onderstelling de ge gevens omtrent den vijand ook ten deele onjuist mogen zijn; in werkelijkheid- zal men ook dikwijls ageeren op gegevens, welke later blijken onjuist te zijn geweest. De leider zij echter met dergelijke afwijkingen voorzichtig, daar zulks tot eigen aardige toestanden aanleiding kan geven; in elk geval ver- mijde men daarbij het opnemen van gegevens omtrent den vijand, welke in verband met den aangenomen toestand on mogelijk of onwaarschijnlijk zijn dan wel het welslagen van: de oefening in gevaar zouden brengen. 10. In elk bericht (ook vliegerbericht) behoort steeds de waar genomen sterkte te worden vermeld. Is iets waargenomen, dan moet dit ook positief worden vermeld en mag niet met alge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 139