7
doende geschooldheid in het ontwerpen en samenstellen van
schriftelijke bevelen.
(2) Elke oefening worde daarom benut om de comman
danten (en c.q. hun adjudanten) er aan te gewennen, genomen
besluiten duidelijk en volledig in bevelen om te zetten. Wordt
hieraan in vredestijd niet alle aandacht besteed, dan wreekt
zich dat in oorlogstijd.
(3) Op het maken van schetsen, zijnde het middel ter be
korting en ter verduidelijking van schriftelijke bevelen, dient
de aandacht gevestigd te blijven.
16. Het opmaken en uitgeven van bevelen in het terrein en aan
de hand van de zich voordoende terreinsomstandigheden ver
dient ongetwijfeld de voorkeur boven het werken uitsluitend
op gegevens verkregen door studie van de kaart. Is dit laat
ste voor groote staven veelal niet te ontgaan (hoe belangrijk
ook voor hen voorafgaande terreinverkenningen zijn), zoo zal
bij bataljons en kleinere eenheden vorenbedoelde werkwijze in
den regel toepassing kunnen en dan ook moeten vinden.
17. (1) Het tijdstip, waarop een bevel de onderdeelen bereikt,
is afhankelijk van velerlei omstandigheden, zooals van den
omvang, van den aard (bijv. algemeen of afzonderlijk bevel),
van de wijze van uitgifte (bijv. schriftelijk of mondeling), van
de vermenigvuldigingsapparaten, van de wijze van overbren
ging, van de grootte van de troepenmacht bezien met het oog
op te overbruggen afstanden, maar in de eerste plaats toch
van het tijdstip, waarop het in het bevel belichaamde besluit
wordt genomen.
(2) Om een voorsprong op de tegenpartij te kunnen ver
krijgen zal de troepencommandant daarom het nemen van een
besluit niet te lang mogen uitstellen. Een besluit uit te stel
len met het oog op bijv. het verkrijgen van een gegeven, dat de
groote lijn der actie toch niet zou wijzigen, kan noodlottig
worden. Hoofdzaak is, dat men zijn tegenpartij in ontwik
keling vóór is en vóór blijft, alsmede den factor „tijd" zijn
goeden invloed aan eigen zijde doet uitoefenen.