20
49. Hoewel het A.V.O. vermeldt, dat de beslissingen van de
hulpleiders tegenover de partij- en andere commandanten niet
behoeven te worden gemotiveerd, wil zulks echter niet zeggen,
dat bedoelde commandanten in het onzekere mogen worden
gelaten omtrent de reden van een hun opgelegde vertraging.
Immers in werkelijkheid zou de reden ook bekend zijn en de
taak van de hulpleiders is inzonderheid om de leemte aan te
vullen, die er noodgedwongen steeds bestaat tusschen oorlogs-
en vredesomstandigheden. Men „motiveert" dus wel, wat den
betrokken commandant niet bekend kan zijn, d.i. 's vijands wa
penwerking, maar niet wat hem bekend moet zijn, nl. eigen
wapenwerking en keuze van eigen vormen.
50. Zoo moet men bijv. niet zeggen: „Uw aanval komt
tot staan, omdat 's vijands vuur niet door eigen artillerie wordt
onderdrukt" of „Gij komt niet vooruit, omdat gij door het
ontbreken van een voldoend aantal km's in de vuurlinie en
het niet gesteund worden door mitrailleurs onvoldoende vuur
kracht ontwikkelt", doch wel kan een beslissing luiden: „Uwe
afdeeling staat onder mitrailleurvuur uit de richting van kam
pong N. Uwe voorste lijn heeft reeds 10 man verliezen".
Wordt op een zoodanige beslissing niet voldoende gereageerd,
dan volgt een nieuwe beslissing, waarbij nieuwe verliezen wor
den opgelegd. Zoo noodig kan een afdeeling buiten gevecht
worden gesteld, hoewel hiertoe uit een oogpunt van oefening
niet dan bij uitzondering mag worden overgegaan en dan
nog slechts voor beperkten tijd (Zie A.V.O. punt 31).
51. Maatregelen van den partijcommandant mogen dezen door
de hulpleiders niet op andere wijze dan door het nemen van
beslissingen worden gesuggereerd. Als de oefening als ge
volg van door den partijcommandant genomen maatregelen
een ongewenscht verloop dreigt te nemen, heeft de leider in
de ensceneeringstroepen en in het doen toekomen aan den
partijcommandant van „berichten" en van „bevelen van hoo-
gerhand" het middel in de hand om in te grijpen. Onder geen
voorwaarde mag hij de partij- of troepencommandanten op
andere wijze in de door hem gewenschte richting (doen)
stuwen.