Dat de vijand overmachtig was geweest, mag zonder meer worden
aangenomen. Zeker zullen de Turken er een goed deel van hun
beschikbare macht tegenover hebben gesteld, waar immers de
landing bij Y een bedreiging vormde in den rug hunner troepen
aan de uiterste Zuidpunt. Een viervoudige overmacht (volgens
het Eng. rapport), is evenwel niet aannemelijk, omdat bij al de tot
hiertoe besproken gevechten de totale Turksche macht maar uit
2 regimenten bestond, n.l. 25 en 26 R. I. der 9e Divisie. Bij een
sterker inzet van Engelsche troepen had het succes bij Y belangrijk
kunnen zijn.
De landing bij Z.
Deze landing betreft de Noordgroep, die zooals boven vermeld
de hoogten der Sari Bair moest vermeesteren en daarna moest
oprukken richting Maidos en Kilid Bahr. De troepen behoorden
tot het „Australian and New Zealand Army Corps" (Anzac). Bij
Kaba Tepe was de stroom aanzienlijk minder, hetgeen aanleiding
gaf om in den nacht van 24/25 April de landing te beproeven zonder
artillerievoorbereiding.
De landingsplaats was een smalle zandstrook van 1000 yards,
aan weerszijden begrensd door een voorgebergte, waar ravijnen
voerden naar het inwendige van het schiereiland. Van het strand
verhieven de rotsen zich steil omhoog. De voortroep, bestaande uit
4000 man, werd vervoerd op 6 jagers en meerdere slepen en nader
de behoedzaam en geluidloos. Juist op het oogenblik, dat het land
werd bereikt, tot dan toe nog onopgemerkt, daar de maan juist
was ondergegaan, werden ze verwoed aangevallen door een bataljon
Turken.
Zonder bedenken sprongen de troepen aan land en gingen de
Turken met de bajonet te lijf. Deze moesten het veld ruimen, over
de rotsen vervolgd door de Australiërs. Meer Zuidwaarts in de
omgeving van Kaba Tepe stond de hoofdmacht van het Turksche
27ste regiment en nauwelijks was de dag aangebroken, of hun
artillerie begon de landingsplaats schoon te vegen. Te vergeefs
trachtte de scheepsartillerie de Turksche artillerie tot zwijgen te
brengen; ze stond enfileerend opgesteld, van de zeezijde gedekt. 1)
Toch werd de landing met voortvarendheid doorgezetde schepen
vuurden op de plaatsen, waar reserves werden vermoed. De zware
projectielen scheerden over den bergkam en verontrusten zelfs de
19e Divisie, die in reserve te Maidos lag.
's Middags om 2 uur waren 12000 man en 2 bergbatterijen geland,
terwijl 3 Turksche kanonnen waren vermeesterd. De rest van
de artillerie kon evenwel niet landen, daar de transportschepen
Goede les voor zwakke verdedigende artillerie, welke evenzeer van
practische waarde is voor den landoorlog, v. G.
1054