demonstreerde de Fransche vloot bij Mitylene, alwaar ook concen
tratie van troepen plaats had, inspecties door den Opperbevelheb
ber werden gehouden ook werden orders gegeven tot het samen
stellen van kaarten van het Aziatisch gebied. Aan de Noordkust
van de Golf van Saros werden 300 man geland. Voorts werden
tegenover Z.-Gallipoli peilingen uitgevoerd door monitors. Ook
had daar gelijk met de landing op 6 Augustus een groote aanval
plaats, welke overigens geen succes opleverde. Toch werd door al
deze demonstraties een volkomen verrassing bereikt.
De eigenlijke actie had plaats uit twee richtingen, n.l. van Z.
uit, waar de troepen al in gevecht waren en van de Suvlabocht,
de laatste uitsluitend met nieuw te landen troepen uit te voeren.
Bij Z. werden de troepen versterkt met 2V2 divisie, die in de
nachten van 4, 5 en 6 Augustus aan land werden gebracht en aan
de kust werden verborgen, onzichtbaar ook voor vliegtuigen en
voor de vijandelijke waarnemingsposten, die de zee konden
afzien.
In totaal waren bij Z. beschikbaar 37.000 man, 72 kanonnen en
het vuur van 2 kruisers, 4 monitors en 2 jagers. Een deel dezer
troepen zette den aanval in op het front der Turksche stelling
op 6 Augustus 5.30 n.m., na een artillerie-voorbereiding van een
uur de hardnekkige aanvallen en tegenaanvallen werden hier zes
dagen achtereen volgehouden. De hoofdaanval was gericht op
de Sari Bair en begon eerst in den nacht van 6/7 Augustus. In
meerdere colonnes werd 's nachts opgemarcheerd en omvattend
aangevallen. Niettegenstaande bloedige nachtgevechten, was den
volgenden morgen de top niet bereikt. Daar werd 4 dagen en nach
ten om gestreden. Een kort oogenblik werd een deel van den
hoogtekam vermeesterd en uitzicht verkregen op de zeestraat en
de noordwaarts voerende wegen, maar door een Turksche tegenaan
val werden de troepen weer verdreven. Op 10 Augustus bedekten
12.000 Engelschen en 10.000 Turken het slagveld.
Thans komen wij tot de behandeling van de landing aan de
Suvla-bocht. Van den vijand en het terrein van actie waren de
volgende gegevens bekend. In de omgeving van de kust was de
Lala Baba (een heuvel), omringd met een gordel van loopgraven.
Op heuvel 10 bevonden zich eenige onsamenhangende versterkin
gen evenals op de heuvels aan de Noordzijde van de Bocht. Draad
versperringen waren niet aanwezig. Meer landwaarts in lag nog
een versterking, bekend onder den naam van „Chocolate Hills";
ook waren hier en daar kanonnen opgesteld. Het terrein liep van
daar op naar het binnenland, was ruw en bedekt met bijna ondoor-
schrijdbare rimboe, een groot voordeel voor den verdediger, die
in dat terrein goed thuis was, tegenover den aanvaller, die wegens
onbekendheid er mede, moeilijk de noodige samenhang kon hand
haven tusschen de onderdeelen. De sterkte der bezetting bedroeg
3 bataljons.
1059