Practische vakken
Artillerie-waarneming.
V erkenningsopdrachten.
Bommenwerpen.
Foto-opdrachten.
Luchtexercitie.
Blind-vliegen.
Nacht-vliegen.
Radio-wisselverkeer.
Oriëntatie-vluchten.
Mitrailleurschieten.
Theoretische vakken
Luchtfotografie.
Vliegtuigbewapening.
Kaarteering.
Radio-techniek.
Bommenwerpen.
•Tactiek.
Artillerie-waarneming.
Kennis artillerie.
Wij twijfelen er niet aan, dat de lezer uit het bovenstaande
reeds zelf tot de conclusie is gekomen, dat naast het vliegwerk
nog zeer veel van de leerlingen wordt geëischt en de nog meerdere
malen verkondigde meening, dat vliegeniers geen dagtaak zouden
hebben meenen we met bovenstaande wel te hebben gelogenstraft.
Wel is waar betreft het bovenstaande alleen de opleiding, maar
men vergete niet dat al het geleerde moet worden onderhouden,
althans als men eischt, dat de militaire vliegeniers in de ure des
gevaars het volle rendement zullen afwerpen.
In tegenstelling met officieren-leerlingen, die dus na 2 jaar zoo
wel hun vliegeniers- als hun waarnemersbrevet bezitten, zal van
onderofficieren-leerlingen slechts worden geëischt, dat zij hun vlie
geniersbrevet verwerven, waartoe zij IV2 jaar in opleiding zijn.
Gevolg hiervan is, dat zij op 1 November gelijk met de officieren
gereed komen zoodat op dien datum zoowel een klasse officieren
als onderofficieren kan worden afgeleverd.
Bij de vliegschool zijn dus voortdurend meerdere klassen in
opleiding en we willen besluiten met als voorbeeld te geven de
situatie op 1 Mei 1934.
Klasse officieren van 1 Nov. 1932 komt in het 4e halfjaar.
Klasse ond. off. van 1 Mei 1933 komt in het 3e halfjaar.
Klasse officieren van 1 Nov. 1933 komt in het 2e halfjaar.
Klasse ond. off. van 1 Mei 1934 komt in het le halfjaar.
Gedurende de periode 1 Mei 1 November zijn dus 4 verschil
lende klassen in opleiding, waarvan het 4e halfjaar in hoofdzaak
samengewerkt met de waarnemersopleiding, terwijl ook de onder
officieren-leerlingen van het 3e halfjaar bij enkele practische
oefeningen dier opleiding worden ingedeeld.
458