ontstaat. Eveneens wordt de waterdamp gebonden, terwijl de druk in den cylinder constant op 1 atm. gehouden wordt. Zoo gauw de proefpersoon, die met een luchtdicht sluitend masker met den cylinder verbonden is, dreigt bewusteloos te wor den, wordt de proef gestaakt en door analyse bepaald met welke hoogte het nog in den cylinder aanwezige zuurstofpercentage overeenkomt. Aangenomen wordt dan dat de proefpersoon op deze hoogte zal collabeeren- Het is duidelijk, dat deze methode van onderzoek de werkelijk heid slechts in zeer geringe mate benadert. Zij heeft daarbij nog het groote nadeel dat de bewusteloosheid zóó acuut kan intreden, dat voor den proefpersoon levensgevaar ontstaat door verstikking. Een tweede nadeel is nog, dat met iemand, die door middel van een masker en verschillende slangen en registreerapparaten met den rebreather is verbonden, derhalve vrijwel geïmmobiliseerd is, geen andere experimenten kunnen worden gedaan. Op grond van deze overwegingen werd besloten om hier te lande deze methode van onderzoek niet toe te passen, doch over te gaan tot het aanschaffen van een onderdruk-caisson, waarin de candidaten kunnen worden onderzocht onder omstandigheden, die zooveel mogelijk in overeenstemming zijn met de werkelijk heid. De caisson, welke in Duitschland werd geconstrueerd, kwam in Augustus 1931 gereed en werd in die maand officieel in ge bruik gesteld door Mevrouw Hubach, die samen met schrijver dezes daarin een stijging maakte tot 11000 M. De installatie bestaat uit a. een stalen cylinder van 8 M. lengte en 3 M. middellijn, waar van de wanddikte 13 mM. bedraagt b. twee electrische centrifugaalpompen van 13 PK. c. een koelmachine. Ad, a. De toegang tot den cylindervormigen ketel wordt gevormd door een cirkelvormige deur van 2 M. middellijn. Hierdoor is het mogelijk om elk gewenscht apparaat voor onderzoek naar binnen te brengen. Boven in den plat liggenden cylinder zijn acht patrijspoorten, waarin ruiten van gewapend, 35 mM. dik glas zijn gemonteerd- Hierboven hangen zonlichtlampen van 300 kaars elk, die in den caisson een prachtig diffuus daglicht zonder hinderlijke slagscha duwen geven. Een bijzondere constructie zorgt er voor dat de ruiten niet warm kunnen worden, waardoor de kans op springen tot een minimum is gereduceerd. In den caisson is een 10 cM. dikke isoleerende bekleeding aan gebracht, teneinde bij afkoeling van het inwendige zooveel mo- gelijk het koudeverlies via den ijzeren wand tegen te gaan. 460

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 32