andere middelen de vereischte inlichtingen te verschaffen. Ten behoeve van de verkeersvliegerij is zoowel in Europa als in Amerika een uitgebreide weerberichtendienst ingesteld, welke langs radiografischen weg den piloot de vereischte inlichtingen (windrichting en -sterkte, hoogte bewolking, zicht, regen enz.) kan verschaffen. Bovendien kan de bestuurder een koers- of positiebepaling vragen aan verschillende radio-peilstations op de vliegterreinen (gebruik wordt gemaakt van het richteffect van een zender, die verbonden is met een raam-antenne en hoek meter) of wel zich laten leiden door een gerichte radio-bundel, uitgezonden door een radio-station op het vliegterrein van be stemming (z.g. radio-baken). De methode van de peilstations wordt toegepast in Europa die van de radio-bakens in Amerika, waar een uitgebreid net van radiobakens thans in regelmatig gebruik is. In verschillende landen hebben op dit gebied nog proefnemingen plaats (radiopeilers aan boord van het vliegtuig onder den grond ingegraven geleidende electrische kabels radio kompassen, welke in staat stellen aan te vliegen op een radio station, waarop is afgestemd enz.). Een andere moeilijkheid, die de waarde van het kunnen uit voeren van een blindvlucht belangrijk vermindert, is het landen op een vliegterrein, dat zich in den mist bevindt. Het starten in dergelijke omstandigheden geeft geen bezwaren, omdat de blind- vlieginstrumenten in staat stellen een veilige start uit te voeren. Voor de landing zijn echter bijzondere hulpmiddelen noodzakelijk, omdat met zeer groote nauwkeurigheid in hoogte en richting op de landingsbaan moet worden aangevlogen. Ook hierbij is radio weer het aangewezen hulpmiddel, al zijn proefnemingen met een uitgebreid net van in het vliegterrein ingegraven geleidende electrische kabels goed geslaagd. De geleiding tot op den grond door middel van radio komt hier op neer, dat het vliegtuig door een scherp gerichten radiobundel in koers geleid wordt en daarbij op vastgestelde afstanden aanwijzingen krijgt omtrent de nade ring tot het terrein. De daling kan plaats hebben op de aanwijzing van een zeer nauwkeurigen hoogtemeter, of wel op een z.g. lan- dingsstraal, d.i. een scherp gerichte radiobundel, welke de juiste glijhoek aangeeft. Een zeer groot aantal blindlandingen is met behulp van deze installaties uitgevoerd. In de practijk is geble ken, dat op een hoogte van ong. 15 m. bij zwaren mist de grond zichtbaar wordt, zoodat de eigenlijke landingshandeling als regel met zicht op den grond zal kunnen worden uitgevoerd. Het blindvhegen is in een betrekkelijk gering aantal vlieguren (10 tot 20 uren) door eiken vlieger te leeren. De moeilijkheid is het gevoel uit te schakelen en te vertrouwen op de aanwij zingen van de instrumenten. Het is noodzakelijk de verkregen oefening geregeld te onderhouden. 466

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 40