althans indien voor het scheppen van den luchttoestand a.a. voor lichting van de zijde der Luchtvaartaf deeling wordt gewenscht. Betreffende punt 4 d van de Onderstelling, „het advies van den C. L. ten aanzien van het gebruik der luchtstrijdkrachten" moge op het volgende de aandacht worden gevestigd. Bedoeld advies werd in deze onderstelling gevraagd uit een oogpunt van oefening voor den als commandant-luchtstrijd krachten ingedeelden officier. In werkelijkheid zal als regel niet zoozeer het advies van den C. L. worden gevraagd, maar zal de troepencommandant zijn C. L. dadelijk in kennis stellen met zijn wenschen ten aanzien van het gebruik der luchtstrijdkrachten. Deze gang van zaken sluit echter naar mijne meening niet uit dat het de plicht is van den C. L. om, ook ongevraagd, te wijzen eenerzijds op eventueele bezwaren in de uitvoering van die wen schen, anderzijds op mogelijkheden welke een ander of meer intensief gebruik van de luchtstrijdkrachten, biedt. Bij den troe pencommandant berust uiteraard de beslissing in hoeverre met de zienswijzen van den C. L. zal worden rekening gehouden. Uit de oefening van den 9en Maart zijn in dit opzicht de vol gende voorbeelden te putten. Een luchtverkenning in de richting van Batavia ter vaststelling van een eventueele afmarsch van R. troepen in Z.-richting zou, indien zulks door den troepencommandant mocht worden ge- eischt door den C. L. moeten worden afgeraden omdat het verken ningsvliegtuig in verband met de gegevens uit den luchttoestand door minstens 3 jagers zou moeten worden beschermd, dus aan merkelijke krachtsinspanning zou vereischen, terwijl hetzelfde doel beter en met minder krachtsinspanning zou kunnen worden bereikt door het uitzenden van een officierspatrouille op middelen van versneld vervoer. Beter, omdat de weg Batavia Buitenzorg Soekaboemi Bandoeng dan blijvend zou kunnen worden ge observeerd, hetgeen niet mogelijk is bij een verkenning uit de lucht. Voorzoover de troepen-commandant daaraan geen aandacht mocht hebben gewijd zou de C. L. kunnen wijzen op de mogelijk heid voor het uitvoeren van een aanval in scheervlucht op de vijandelijke colonnes langs den weg, het beveiligen van de overgang over de Tjisomang, het verkennen van het vijandelijk vliegveld en het uitvoeren van een aanval daarop enz. Naar mijne meening is het dan ook gewenscht dat de troepen commandant aan den vooravond van een belangrijke actie zoo eenigszins mogelijk het persoonlijk contact opneemt met den C. L. Men bedenke wel dat de in den staf van den troepencomman dant aanwezigen officier van de Luchtvaartaf deeling slechts be- 471

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 45