6. HET LUCHTBOMBARDEMENT BIJ DEN AANVAL OP EN DE VERDEDIGING VAN NEDERLANDSCH-INDIË door L. C. A. VAN DAM, Eerste Luitenant der artillerie-waarnemer. In het ondervolgende stellen wij ons voor in studie te nemen wat Nederlandsch-Indië van een vijandelijk luchtbombardement heeft te verwachten, waarna wij in het kort willen aangeven wat naar onze meening voor ons de beste wijze van verdediging hier tegen zou zijn. Wij zijn er ten volle van overtuigd, dat wij geenszins volledig zijn, doch dit onderwerp raakt zoovele vraagstukken, over elk waarvan reeds boekdeelen geschreven zijn, dat het ons te ver zou voeren op deze vraagstukken dieper in te gaan dit zou bovendien ver buiten het bestek van dit artikel vallen. Indien wij allereerst het luchtbombardement bij den aanval op Nederlandsch-Indië in beschouwing nemen, zullen we ons in de eerste plaats af moeten vragen wat we hier kunnen verwachten. Het komt ons daartoe het beste voor na te gaan wat de om ons heen liggende grootmachten op dit gebied kunnen presteeren. Vanzelf valt daarbij direct het oog op de vliegtuigmoeder- en transportschepen. Op de slagschepen, kruisers, enz. zijn meestal 1 of 2 verkenners of jager-verkenners aanwezig, doch zelden bommenwerpers. ENGELAND is in het bezit van de volgende moederschepen Courageous, Glorious, Eagle, Furious, Argus en Hermes. Normaal zijn deze als volgt uitgerust Courageous 1 escadrille van 9 jager-verkenners, 2 escadrilles a 6 torpedovliegtuigen-bommenwer pers, 1 escadrille van 9 verkenners, 1 escadrille van 9 verkenner-bommenwerpers. Glorious 1 escadrille van 9 jager-verkenners, 2 escadrilles a 6 torpedovliegtuigen-bommenwer pers, 2 escadrilles a 6 verkenner-bommenwerpers. 488

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 62