te echelonneeren. Een zeer geëigende formatie hiervoor is de gesloten V-formatie, waarbij dus de vierde escadrille (patrouille) de opening tusschen de uiteinden van de V afsluit. Het aanvliegen zal op dezelfde wijze moeten geschieden als bij landdoelen. Het zal onmogelijk zijn om reeds tevoren aan elke escadrille (patrouille) een eigen doel aan te wijzen. Echter zal b.v. de eerste escadrille (patrouille) op het eerste doel, de tweede op het vol gende doel, enz. kunnen werpen. Indien de vloot in twee of meer linies optreedt kan elke escadrille een eigen colonne als doel nemen. Bij een aanvalsformatie welke slechts uit vier patrouilles bestaat, moet dit echter vermeden worden daar een patrouille (van 3 vliegtuigen) te weinig defensieve kracht heeft. Dit geldt te meer voor onze verhoudingen daar onze tweezitters, zooals o.a. door den Kapitein Kengen reeds werd aangetoond, wat de fensief vermogen betreft belangrijk achterstaan bij de in bijna alle landen gebruikte tweemotorige vliegtuigen. Indien de jagers van de moederschepen geregeld blijven pa trouilleeren (de z.g. „permanence") zal slechts een betrekkelijk klein gedeelte (hoogstens tegelijk in de lucht zijn om den aanval te onderscheppen. Het aantal jagers, dat de aanvalsfor matie tegenover zich zal krijgen vóór het afwerpen zal dus af hankelijk zijn van de mogelijkheid om de nog op de moederschepen aanwezige jagers snel te doen starten, hetgeen slechts op de groot ste of modernste moederschepen in voldoende getale mogelijk is, verder van de eigen vliegsnelheid en van de aanvalshoogte. Indien de aanval behoorlijk wordt beschermd door eigen jagers, of indien behoorlijk verdedigbare tweemotorige vliegtuigen ge bruikt worden, is de splitsing tot in patrouilles boven het doel zeer wel mogelijk. Zelfs zal het dan kunnen voorkomen, dat een of twee vliegtuigen van een patrouille hun bommen niet afwerpen om eerst het resultaat af te wachten van het werpen van het eerste vliegtuig en daarna een tweede, c.q. derde aanval te doen schijfschieten dus. Deze aanvalswijze wordt o.a. in Amerikaansche reglementen aanbevolen. B. De lage bomaanval aanval in scheervlucht) Boven zagen we reeds welke groote fouten er door verschillende oorzaken kunnen optreden bij den horizontalen bomaanval van groote hoogte. Zoolang het doelen betreft van groote afmetingen, zooals steden, industriecentra, groote spoorweg- of fabrieksemplacementen, e.d. is dit niet zulk een groot bezwaar verscheidene van de af te werpen bommen zullen wel op een plaats terecht komen, waar ze belangrijke schade kunnen aanrichten. Bovendien kunnen der gelijke vaste doelen zich niet aan de vuuruitwerking onttrekken. 500

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 78