Het is niet de bedoeling hier een beschrijving te doen volgen van de ontwikkeling van ons luchtwapen tot wat het thans is, noch van de moeilijkheden te gewagen welke daarbij moesten worden overwonnen. Elders in dit tijdschrift zal aan de geschie denis van onze luchtvaartafdeeling die aandacht worden gewijd, welke zij verdient. In dit opzicht moge worden volstaan met de dankbare erken ning, dat uit niets in 1914 na twintig jaren van noesten arbeid een afdeeling is gegroeid klein van omvang, te klein helaas voor onze verhoudingen maar groot naar innerlijke waarde een afdeeling welke beschikt over personeel, dat berekend is voor zijn taak en waarvan elke man bereid is met vertrouwen zijn oorlogsroeping te volgen. Dank zijn wij ook verschuldigd aan ons helder stadje in de bergen, dat met zijn goed klimaat en groote mogelijkheden voor een gezonde ontwikkeling van de luchtvaart gedurende 16 jaren getuige was van den groei der Luchtvaartafdeeling welks be volking van zooveel belangstelling blijk gaf in onze verrichtingen mee juichte in tijden van voorspoed, meerouwde als wij dooden te betreuren hadden. Moge Bandoeng en de militaire luchtvaart nog in lengte van dagen aan elkaar verbonden blijven door banden van wederzijdsche waardeering en erkenning van gemeenschappelijk belang. De ontwikkeling van ons luchtwapen tot wat het thans is, heeft zware offers gekost. Veertien gesneuvelden en een en twintig ernstig gekwetsten heeft het leger tot nog toe te betreuren gehad in de worsteling om de beheersching van het luchtruim. Elf van de gekwetsten moesten wegens lichaamsgebreken tengevolge van een vliegongeval worden afgekeurd en een beroep vaarwel zeggen waaraan zij zich met hart en ziel hadden gewijd. Voor onze eerelijst is hiervoren een eereplaats in dit tijdschrift ingeruimd. Met eerbied gedenken wij de makkers die het leven lieten als slachtoffer van hun plicht. Hunne namen zullen in onze herin nering gegrift blijven en bij ons het besef levendig houden van den ernst van ons beroep. Van den ernstomdat ook in vredestijd de luchtvaartman geroepen kan worden het hoogste goed te geven ter bereiking van het doel, de onmisbare geschiktheid te ver werven voor de volvoering van zijn oorlogstaak. Met trots memoreer en wij het feit, dat de eerelijst van onze afdeeling het kenteeken draagt van de schoonste traditie van het Koninklijk Nederlandsch Indisch leger, van de traditie welke eischt dat de commandant zijn onderhebbenden voorgaat waar gevaar te duchten is. Immers viel als eerste slachtoffer van een vliegongeval in Indië onze hoogste chef, de toenmalige commandant van het leger Zijne 437

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 7