optreden is minder in de hand der leiding, voor den duur eener bepaalde opdrachtduidelijke omschrijving daarom ver- eischt vliegtuigen in verzetgebied beveiligen overdag zichzelf op hun ne basis door 2 verkenningsvliegtuigen met de neuzen naar elkaar toe te plaatsen, verkrijgt men met de achtermitrailleurs 360° schootsveld. Resumeerende, komen wij aan de hand van de besproken in- zetmogelijkheden van het vliegtuig tot de volgende conclusie 1°. Het V. P. T. L. hoofdstuk lila, 9a, leent zich voor aanvul ling met een lid (6)luidende „(6). Vliegtuigen kunnen onder bijzondere omstandigheden ge bruikt worden, hetzij tot het verrichten van hulpdiensten ten „bate van de grondtroepen, hetzij voor zelfstandige actie. „Hun optreden heeft een groote preventieve en moreele uit werking. Zij leenen zich voor snellen inzet op grooten afstand. „Hunne wapenwerking is zeer krachtig. 2°. Hoofdstuk Illb. leent zich voor aanvulling met een deel d, luidende d. Vliegtuigen. „9°. (1) Vliegtuigen zijn slechts onder bijzondere omstandig heden geëigend voor het verleenen van militairen bijstand. Het „gebruik dat daarvan zal worden gemaakt, w.o. mede valt het be- „palen óf en welke vliegtuigwapenen zullen worden gebezigd, „wordt overigens geheel geregeld door den militairen gezagheb bende, die in eerste instantie de opdracht tot het verleenen van „den bijstand geeft. „(2) Dit gebruik omvat o.m., waarschuwing en intimidatie „der bevolking, c.q. der verzetspartij. Verbinding (zie Bijlage IV) „en verkenning in het verzetsgebied. Inzet van de vliegtuig- „mitrailleurs tegen gronddoelen, alsmede luchtbombardement. „(3) Het vliegtuigwapen bij uitnemendheid tegen verzetslie den is de bom, wegens de groote materieele, maar in nog belang rijker mate, de moreele uitwerking. „Van de vliegtuigmitrailleurs kan in geenen deele een overeen- „komstig resultaat worden verwacht als van de grondmitrailleurs. 3°. Wenschelijk zou zijn in het V.P.T.L. als Bijlage IV, op te nemen de aanwijzing voor de bediening van den berichtkoker- standaard, als aangegeven in het V.O.G.L. III, punt 22 (2), op gelijke wijze als deze voorkomt in het A.L.W.S. als Bijlage III. In het bovenstaande hebben wij getracht een proeve te geven van beantwoording der in den aanvang gestelde vraag. We hopen deze aangelegenheid daardoor beter te hebben belicht, en een 514

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 92