Waar de oerbevolking (bijv. de Boegineezen, Maleiers, Makas-
saren, Gorontaleezen) op een hoogere trap van ontwikkeling
staat, heeft het politiek leven zich ongeveer tot het Java-peil
ontwikkeld.
Atjeh vormt in dit opzicht een uitzondering. De zelfbewuste
Atjeher beschouwt dit politiek (godsdienstig) gedoe met hautaine
minachting het verstaat zich niet met zijn onafhankelijkheidszin,
welke momenteel nog een uitlaat vindt in het zoogenaamde
„Kaphecomplex" en nu en dan een verzetje tegen de „keumpenie".
Afgewacht dient te worden, of ook hier onderwerpelijke politieke
(godsdienstige) stroomingen tot een omvang van beteekenis zullen
uitgroeien.
Het zal duidelijk zijn, dat het door hoofdbesturen gestimuleerde
streven naar innerlijke kracht, ook hier dient te worden gevolgd
enkele af deelingen ook van de loyale partijen waagden het
wel eens, eigener initiatief, het gebied van het Gezag te betreden
en kon, indien het plaatselijk bestuur daartegen slap optrad, snel
en vrij veel invloed op de bevolking worden verkregen. Tijdig
ingrijpen van Hoogerhand was dan voldoende om zonder orde
verstoring de afdeelingen op de hun toekomende plaats terug te
brengen. Het kwam ook wel voor, dat het betrokken hoofdbestuur
de over de schreef gaande afdeeling tot de orde riep.
Het wijd vertakt netwerk van politieke en politiek-godsdienstige
centra op de Buitengewesten, welke tot evenveel centra van gelijk
tijdig uitbrekend daadwerkelijk verzet kunnen worden, staat een
concentratie van troepen, in den tevoren aangegeven zin, in den
weg. Steeds zullen hier voorposten tegen dit loerend gevaar noodig
zijn.
In dit licht beschouwd, maakt ook in de Buitengewesten de
huidige dislocatie van de troepen een snel optreden tegen een
over de geheele linie uitbrekend verzet mogelijk.
Voor wat betreft de sterkte der troepen op Java en in de
Buitengewesten, zijn wij van meening, dat mocht het thans
lot een conflict met een krachtige politieke partij komen deze
juist zou voldoen om de onlusten te smoren, waarbij al naar
gelang van den aard van het verzet, wellicht min of meer
„rücksichtslos" zal moeten worden opgetreden.
Op grond van de sterkte aan infanterie op Java en de daar te
verwachten omvang en intensiteit van een eventueel verzet, nemen
wij verder aan, dat met gebruik van de thans in het V. P. T. L.
genoemde middelen het wel zeer bezwaarlijk zal zijn de Buiten
gewesten, zoo noodig, met Java-infanterie te steunen.
Men kan met ons omtrent de sterkte en de mogelijkheid van
steunverleening aan de Buitengewesten van meening verschillen.
Het zij zoo.
Wij zullen het echter allen hierover eens zijn, dat steunverlee
ning aan de Buitengewesten wel eens onvermijdelijk zal moeten
520