Een klein kleurverschil op het midden van den dag kan voorts
door sterke luchttrilling boven het terrein, voor een grondwaar
nemer moeilijk te onderkennen zijn. Voor mobiel materieel zooals
mitrailleurs en geschut zal men een gemiddelde aanhouden en
daarbij gebruik maken van lichtgroen, bruin en geelgrijs. De vlek
ken zijn onderling door donkere (in den regel zwarte) vlekken of
streepen gescheiden. Kleinvlekkige beschildering (waarvan in
fig. 1 een voorbeeld) geeft vooral succes tegen oogwaarneming
op afstanden beneden 300 m.
ad. b. Tegen waarneming op grooteren afstand verdient in het
algemeen grootvlekkige beschildering aanbeveling daarbij streeft
men naar vormverminking door het beschilderen met groote,
grillige vlekken, waarvan de omgrenzingen vooral niet mogen
samenvallen met de snijlijnen der vlakken. Men tracht veelal het
voorwerp door een of meer lichte vlekken als het ware in mooten
te verdeelen en zal voorts, teneinde onderkennen van den vorm
nog meer tegen te gaan, donkere (beschaduwde) vlakken door
lichte vlekken trachten op te helderen en omgekeerd. In den regel
worden hier een grooter aantal kleuren (6 a 8) toegepast, teneinde
te bereiken dat ten minste één ervan geheel tegen den achter
grond wegvalt. Aanbevolen worden o.m. geelgroen, paars, bruin,
geelgrijs, zwart en gele oker. Fig. 2. geeft een voorbeeld van een
grootvlekkige beschildering van een auto.
Indien verder nog maatregelen voor vormverandering gewenscht
zijn, kan met vormverminking door het aanbrengen van aan
hangsels veelal een gunstige oplossing worden verkregen.
3. De maatregelen ter beperking van nachtelijke waarneming,
o.m. door vijandelijke vliegers, omvatten niet alleen een goeden be-
wakings- en alarmeeringsdienst en volledige verduistering van de
te maskeeren objecten, doch mede het maskeeren (d.m.v. duister
maken) van alle voor oriënteering geschikte andere punten en
aanleg van verlichte schijnobjecten zoo kan het gewenscht zijn
ter bevordering der maskeering van objecten in het operatie
gebied, steden in het achterland (zelfs op 200 km afstand) geheel
te verduisteren.
4. Omtrent troepenverplaatsingen op groote schaal per spoor
of auto wordt opgemerkt, dat een beperking van dit transport tot
de nachturen, b.v. bij snelle concentratie van ons veldleger, t.g.v.
het groote aantal benoodigde treinen (auto's) met daarbij vereischte
tusschenruimten, niet met zekerheid bereikt zal kunnen worden
en regelmatig spoor- en autotransport overdag bij kans op vijan
delijke vliegerverkenning vrij stellig ontdekt wordt (zie foto II
bij a)
Ten einde bij troepenvervoer per spoor of auto overdag vijan
delijke waarneming nog zooveel mogelijk te bemoeilijken, verdient
563