verdeeling over een groot aantal in- en uitlaadplaatsen (c.q. buiten de stations) en het voorkomen van opeenhooping van troe pen aldaar (door goede regeling van verkeer, snel in- en uit laden) aanbeveling. Bij vervoer per auto is verdeeling in afzonderlijke marschgroe- pen, gebruik van verschillende parallel loopende wegen en bij duisternis het rijden met gedoofde lampen in het algemeen gunstig naar beperking van stofvorming (en eventueel van motorlawaai) moet worden gestreefd. Voor normale troepenverplaatsingen langs den weg in het ope ratiegebied zal men, mede in verband met onze beperkte lucht strijdkrachten en het momenteel nog in onze veldlegerorganisatie ontbreken van mobiele luchtafweermiddelen op den grond, in den regel op nachtelijke verplaatsing zijn aangewezen, waarbij te bedenken, dat door verschillende factoren (geringe marschsnel- heid veelal slechts één marschweg beschikbaarbenoodigde tijd voor formeeren der marschcolonne na invallen der duisternis, zoomede voor betrekken nieuwe kantonnementen, incl. geheel ontruimen van den weg vóór dagaanbreken) een nachtmarsch voor troepeneenheden van een regiment inf. en grooter slechts beperkte lengte (15 a 20 km) kan hebben. Is men genoodzaakt een troepenverplaatsing geheel of gedeel telijk bij daglicht met kans op luchtwaarneming uit te voeren, dan zal men daarbij zooveel mogelijk bedekt terrein opzoeken; het maken van niet te groote omwegen zal daarbij in bepaalde gevallen worden aanvaard. E.e.a. mag echter niet ontaarden in een volproppen van kleine perceelen met troepen. Overigens zal men trachten de uitwerking van vijandelijke vliegeraanvallen te beper ken en het trekken eener juiste conclusie omtrent de sterkte te bemoeilijken, door het aannemen van weinig trefbare vormen en verdeeling van den troep over een zoo groot mogelijk aantal ■wegen en paden. In vele gevallen kan een gunstige oplossing worden verkregen door de troepen te voet in twee rijen (met eenen achter elkaar) te doen marcheeren (waarbij elke rij op een wegberm loopt r)en op het tusschengelegen rijvlak de voer tuigen (zoo mogelijk met onderlinge afstanden van minstens 50 m) zich te doen verplaatsen. Verplaatsing van gesloten afdeélingen van eenig belang overdag met kans op vijandelijke vliegerwaarne ming lokt vijandelijke vliegeraanvallen uit, met als gevolg belang rijke eigen verliezen en groote vertraging. Bij de manoeuvres van 1 R.I. in 1933 werd zulks door dit onderdeel aan den lijve onder vonden. 564 1) De manschappen zijn op de bermen door den in het algemeen donkeren ondergrond minder zichtbaar dan op het in den regel lichtgekleurde wegdek (vergelijk foto III) veelal wordt mede profijt getrokken van de maskeeren- de werking der langs den weg staande hoornen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 14