mer ter plaatse van diens opstelling innevelen. Eerstgenoemde
methode verschaft wel is waar bij goed aanbrengen de zekerheid,
dat men geheel onttrokken is aan waarneming, doch geeft tevens
het. groote nadeel, dat de eigen waarneming, het onderhouden
van de marschrichting en het verband veelal ernstig bemoeilijkt
worden en de voor den aanval vaak zoo noodzakelijke verrassing
verloren gaat. De methode van innevelen van den vijandelijken
waarnemer daarentegen geeft het groote voordeel, dat de eigen
waarneming, het onderhouden van de marschrichting en het ver
band niet geschaad wordenals nadeel geldt daarbij echter dat
men nooit zeker is, dat men alle vijandelijke waarnemingsposten
kent.
In onze verhoudingen zal, in verband met de vereischte beper
king bij een uitrusting met rook- en nevelmateriaal bij eventueele
invoering van meergenoemde maskeeringsmiddelen, de toepas
sing vermoedelijk beperkt blijven tot
a. een beperkt gebruik bij het veldleger der methode van in
nevelen van den vijand en wel d.m.v. rook(nevel)-granaten
(z. g. „blindschieten"), rook(nevel) vltbommen en door vltn
gesproeide schermen
b. bescherming tegen vliegeraanvallen van bepaalde objecten J)
in operatiegebied en achterland
c. bescherming van kustversterkingen tegen beschieting door
oorlogsschepen en vliegeraanvallen.
Bij innevelen van vijandelijke waarnemingsposten en batterijen
verdient vermenging met strijdgassen aanbeveling.
Bij b en c zal het te maskeer en object in den regel zelf worden in-
geneveld. Bij het onttrekken van een object aan luchtwaarneming
d.m.v. een rook- of nevelscherm in de onmiddellijke nabijheid
ervan is het een vereischte, dat de wolk wordt aangebracht boven
een oppervlak dat eenige (4 a 9) malen grooter is dan dat van
het te maskeeren object, terwijl dit masker c.q. met een of meer
andere moet worden uitgebreid, n.l. boven die terreinpunten, wel
ke een belangrijke aanwijzing zouden kunnen geven voor de
ligging der voor een aanval in aanmerking komende voorwerpen
ter misleiding verdienen het inrichten van een schijnobject en het
leggen van een schijnrook(nevel) masker op eenigen afstand aan
beveling; tegen luchtwaarneming gebruikt men veelal z.g. „hoogte-
nevelbommen". Voor het maskeeren tegen luchtwaarneming van
een 16 km2 groot oppervlak gedurende 2 a 2% uur acht een
Fr. schijver 6 ton rook(nevel) makende stof noodig. Deze stof zou
dan over ongeveer 50, schaakbordsgewijze over het terrein verdeel
de rook(nevel) toestellen moeten worden verdeeld. Ook m.b.v. vltn
kan snel een dergelijke oppervlaktemaskeering worden aange-
566
fabrieken, marinewerken, vliegterreinen, belangrijke kunstwerken enz.