denken in de taak van den waarnemer en zich af te vragen, wat
den grondwaarnemer alzoo opvalt. Het antwoord op deze vraag,
dat bij oefeningen in het terrein gemakkelijk te controleer en en
practisch te onderwijzen is, luidt
Den vijandelijken grondwaarnemer vallen op alle afwijkingen
van het natuurlijke terreinbeeld (waarvan de indruk gevormd
wordt door vorm, lijnen en kleur, zie foto V), in open terrein
in het bijzonder beweging, versch uitgeworpen grond (b.v. van
de frontale dekking bij gevechtsdekkingen en schuilplaatsen),
boven dekkingen uitstekende voorwerpen en personen, hooge
reliëfs, schiet- en kijksleuven, stof en rookverschijnselen en mon-
dingsvlammen. Het spreekt dus vanzelf, dat bij de maskeering
vooral aan deze zaken aandacht dient te worden gewijd.
2. Bij maskeering zullen in de eerste plaats de in I pt. 3 omschre
ven natuurlijke maskeeringsmiddelen worden toegepastis aan
vulling door kunstmatige maskeering noodig, dan kan van elk
der drie in I pt. 3 vermelde methoden a, b en c gebruik worden
gemaakt, waarbij het volgende wordt opgemerkt
ad. methode a
Men laat de begrenzing en eventueele tusschenlijnen bij voor
keur samenvallen met natuurlijke lijnen in het terrein, waarbij
de kleuren der vlakken zooveel mogelijk in de omgeving door-
loopen en geeft daartoe eventueel aan het werk een van het
normaal type afwijkenden vorm. Indien silhouetvorming niet te
ontgaan is, zal getracht worden door vormverminking de kans
op onderkennen te beperken. De aanpassing der kleur (zie ook
het ter zake vermelde in I pt. 3) kan worden bereikt door be
dekking met aan de kleur der omgeving aanpassende voorwerpen
of bij uitzondering door beschildering (zie B pt. 2)voor bedekking
kan men zoowel gebruik maken van, uit de omgeving overge
plante, c.q. gekapte, begroeiing als van voorwerpen afkomstig
van afbraak, zeilen, lappen enz., mits de kleur en de aard van
het oppervlak dezer voorwerpen gunstig zijn (zie fig. 11).
ad. methode b
Daar deze methode veelal betere resultaten geeft dan de me
thode a, zal hieraan in den regel de voorkeur worden gegeven.
Men verkiest daarbij verschillende, schaakbordsgewijze achter
elkaar geplaatste maskers boven een enkel of meerdere in één
lijn naast elkaar opgestelde maskers. De maskers moeten door
zichtig zijn, teneinde eigen waarneming mogelijk te laten, waarbij
er aan moet worden gedacht, dat een masker ijler kan zijn, naar
mate de afstand tot het te maskeeren voorwerp toeneemt. In
bepaalde gevallen kan gunstig gebruik gemaakt worden van be
staande levende paggers, waarbij deze eventueel iets worden uit-
572