De laatste heeft in alle oorlogen bewezen de gevaarlijkste te zijn
en het grootste verlies aan manschappen te veroorzaken. Bij het
voeren van een oorlog beseft de bevelhebber, dat het zijn dure
plicht is, uitsluitend het militaire doel in het oog te vatten. Hij kan
zich daarbij geen menschelijke overwegingen veroorloven. Het
vaderland, dat hij moet verdedigen, is in gevaar en militaire
noodzaak geldt als hoogste wet. Zoo is ook de plicht van den
geneeskundigen dienst, evenals die van eiken anderen, er toe mede
te werken den slag of den veldtocht in gunstigen zin te beslissen.
Lord Wolseley noemt in zijn „Soldiers Pocket Book" den offi
cier van gezondheid den meest nutteloozen officier in het leger.
De tijden zijn veranderdNa den wereldoorlog sprak de
Engelsche koning over de Militair Geneeskundigen Dienst als
„de eenige afdeeling, die ons nooit in den steek heeft gelaten".
Bij de gewapende macht is de prophylaxe van meer beteekenis
dan de geneeskunde. Een voor zijn taak berekende geneeskundige
dienst behoedt niet slechts de manschappen voor koorts en ziekte,
maar moet hen sterk en kloek houden, betrouwbare gereed
schappen in de hand van den bevelvoerder. Dat is directe militaire
hulp.
De War Plans Division van den Generalen Staf van het Ameri-
kaansche leger is belast met het samenstellen van de plannen voor
het gebruik van de strijdkrachten op het gevechtsterrein, afzonder
lijk of in samenwerking met de Marine. Het aandeel van den ge
neeskundigen dienst in de voorbereiding van het strijdplan mag
daarbij zeker niet verwaarloosd worden. De krijgsgeschiedenis
bevat tallooze voorbeelden van de mislukking van veldtochten,
doordat de gezondheidsfactoren niet voldoende onder het oog
waren gezien.
Gezondheidszorg is de kunst om de wetten ten uitvoer te leggen
van de hygiëne, die een wetenschap is, welke als object heeft het
in stand houden van de gezondheid. Openbare gezondheidszorg
houdt zich bezig met alles wat een ongunstigen invloed kan
uitoefenen op den lichamelijken toestand van leden eener gemeen
schap of van een leger of een vloot.
Hygiëne dit alles omvattend is volgens Pousseau „niet een we
tenschap, maar een deugd". Chavigny noemt haar „de diplomatie
der geneeskunde". Krijgskundigen, hoewel het humanitaire belang
ervan erkennend, hebben niet steeds de militaire waarde van het
voorkomen van ziekten beseft.
Een onbekwame aanvoerder, onbekend met de lessen der
krijgskunde die zijn leger in een vijandelijk land leidt en daar
ten ondergang voert, zou zijn welverdiende straf niet ontloopen.
Onwetendheid is geen verontschuldiging Maar in geneeskundig
opzicht is dit maar al te vaak geschied in een veel doódelijker
slagveld.
„Ik heb tot mijn grooten spijt moeten constateeren", schreef
de Bougainville van het Fransche leger in Amerika gedurende
586