Dit houdt in, ten eerste dat voor den militairen arts andere
hygiënische problemen van belang zijn dan voor den burgerlijken
hygiënist.
Zoo is de dengue, een onschuldige volksziekte, voor de gevechts-
waarde van den troep van veel grooter belang dan de lepra. Ten
tweede leidt dit tot de toepassing van andere middelen, ik denk
hierbij bv. aan de malaria, waarbij het plasmochine, het gameten-
middel, voor een leger geen doel heeft. Doch bovendien stelt dit
zekere restricties in de middelen die en de wijze waarop deze
kunnen worden toegepast, restricties geboren uit militaire nood
zaak, die in den oorlog vóór alles gaat.
Het doel van den geneeskundigen dienst is, zei Sir John Good
win „met alles wat in zijn vermogen ligt, den bevelvoerder van
het leger den toevoer van de benoodigde strijdbare mannen te
verzekeren en alle daarvoor noodzakelijke verrichtingen zoodanig
uit te voeren, dat deze zoo min mogelijk de militaire operaties
belemmeren".
Militaire hygiëne is dus een toegepaste wetenschap, het is de
hygiëne voor zoover deze van militair nut is.
De geneeskundige dienst in zijn geheel en elke officier van ge
zondheid in het bijzonder moet daarom naast hygiënische ook
militaire instelling hebben, d.w.z. hij moet indachtig zijn, dat hij
een schakel is in de groote machine, welker doel is de landsver
dediging. Deze regel, dat het militair belang voorgaat, moet de
leidraad zijn van den geneeskundigen dienst in den oorlog en
in alle geneeskundige oefeningen, manoeuvres, enz.
Aan den anderen kant spreekt het wel haast van zelf, dat, waar
de hooge militaire waarde van een goede prophylaxis vaststaat,
in tijd van vrede de gewone dienst zich daarvoor zekere offers
zal moeten getroosten en bij de regeling van dien dienst aan de
eischen, die de geneeskundige verzorging stelt, zal moeten worden
tegemoet gekomen.
Omgekeerd zal de officier van gezondheid zooveel mogelijk op
de hoogte zijn van de behoeften van den gewonen dienst en daar
mede rekening trachten te houden. Wederzijdsche belangstelling
en waardeering van den officier van gezondheid voor de belangen
van den troep, van den troepenofficier voor de taak van den
M.G.D., zijn noodzakelijk, om te komen tot vruchtbare samen
werking, waarbij beide factoren in het oog worden gehouden.
Bij de hygiënische verzorging van een leger in den oorlog stelt
een uitgestrekt tropisch gebied zijn locale problemen. De studie
der Indische geographie en den militair medischen inlichtings
dienst, zooals Hume die voor een buitenlandschen oorlog aanbe
veelt, is voor Ned.-Indië, ook bij een strijd op eigen territorium
even nuttig als noodzakelijk en vindt binnen de landsgrenzen een
onuitputtelijk arbeidsveld.
593