Beklag over eene krijgstuchtelijke straf.
En thans het beklag over eene opgelegde krijgstuchtelijke be
straffing VI van het W.v.Kr.).
De oude beklagregeling, die men aantrof in U. R. K. is vrijwel
behouden gebleven. Men onderscheidt in dit beklagrecht ver
schillende instanties.
Het beklag in eerste instantie is het beklag, dat voorgebracht
wordt bij den tot straffen bevoegden meerdere onder wiens recht-
streeksch bevel de strafoplegger gesteld is. Deze zoogenaamde
beklagmeerdere handelt zooals is aangegeven bij de artikelen 62-
64 van het W. v. Kr. Hij beslist bij schriftelijke beschikking „naar
bevind van zaken", 't welk zeggen wil, dat hij aan geen andere
bewijstheorie gebonden is dan aan die der gemoedelijke overtui
ging zonder bewijsminima.
Het beklag in tweede instantie is het voortgezet beklag bij den
Krijgsraad. De Krijgsraad, die getuigen onder eede kan hooren,
beslist eveneens naar bevind van zaken.
Is het beklag eenmaal bij den Krijgsraad voorgebracht, dan
moet het H. M. G. de eindbeslissing nemen, welk college eveneens
naar bevind van zaken handelt.
Indien de klager opper- of hoofdofficier is, dan is de eenige
beklaginstantie het H. M. G.
Is de klager geen opper- of hoofdofficier en is de Legercomman
dant strafoplegger, dan is de Krijgsraad eerste beklaginstantie.
Bij voortgezet beklag wordt de straf van terugstelling ten uit
voer gelegd nadat de beslissing van den beklagmeerdere ter ken
nis van den klager is gekomen, daarentegen heeft bij voortgezet
beklag over plaatsing in de 2e kl. van militaire discipline de ten
uitvoerlegging niet eerder plaats, voordat klager kennis draagt van
de eindbeslissing van het H. M. G.
Een belangrijke nieuwe bepaling bevat artikel 70 W. v. Kr.
n.l. dat in alle instantiën de beslissing kan strekken tot wijziging
van de bestraffing zoowel ten gunste als ten nadeele van den kla
ger. Op grond dezer bepaling hebben dus de militaire rechts
colleges practisch gesproken, strafbevoegdheid verkregen.
Behalve over eene opgelegde krijgstuchtelijke bestraffing, stelt
het W. v. Kr. bij artikel 73 vast,dat een militair zich ook over een
hem gegeven order of naar aanleiding van eene beslissing waar
bij hij als strafoplegger is betrokken geweest zich kan beklagen.
De wijze waarop zulks dient te geschieden is nader aangegeven in
de uitvoeringsregeling op grond van genoemd artikel 73.
Uitvoeringsregelingen.
Bij het W. v. Kr. behooren de navolgende uitvoeringsregelin
gen.
607