625
S. herinnert ten slotte aan een reeds eerder in hetzelfde tijdschrift ver
schenen artikel, waarbij de positie wordt geschilderd van een dier snelle
gemechaniseerde eenheden, welke ver had uitgehaald om den vijandelijken
vleugel op te rollen. De vijand had echter de wegen in front en in den rug
geblokkeerd, zoodat het geheel niet voor of achteruit kon en vernietigd werd
door artillerie-vuur en door bomaanvallen uit vliegtuigen. S. roept hierbij
enthousiast uitI can picture it all, and I can see the G.O.C. (General
„of Command) of that unhappy force caught in a road jam like a rat in a
„trap and unable to turn his car round and fly. He is standing up in it, shou
ting, A horse A horse My Rolls Royce for a horse
Curiositeitshalve wordt ondervolgende afbeelding opgenomen.
5%
Mechanized Field Artillery as visualized by sergeant William Varnich, 124th
Field Artillery, Illinois National Guard. This conception will strike a responsive
chord in the hearts of many oldtimers.
(Overgenomen uit het F. A. J., Jan. Febr. 1934).
Stand paardenstapel in Duitschland.
Dikwijls hoort men, dat door de invoering van den automobiel het aantal
paarden in Duitschland ernstig zou zijn teruggeloopen. Dat is echter geens
zins het geval, integendeel. Zonder de legerpaarden mede te rekenen, telt
Duitschland 3.4 millioen paarden tegen 3.8 mill, in 1913 (toen Duitschland
nog zooveel grooter was). In de jaren 1927 en 1928 bezat Duitschland nog
3.8 mill, paarden, welk aantal eerst ten gevolge van den economischen
crisis in vijf jaren terugliep met ongeveer 15 Thans schijnt een toename
verwacht te mogen worden. (Mil. Wochenblatt 1934 No. 39).
„Wehr und Waffen" van April 1934 bevat een zeer goede verhandeling
over de beteekenis van de mobiliteit van de zware artillerie in een studie,
getiteld „Bedeutung der Beweglichkeit für die schwere Artillerie", waarin
S. tot de slotsom komt, dat voor deze soort artillerie in de toekomst paarden-
tractie slechts uitzondering zal mogen zijn en dat motortractie aangewezen
zal zijn.
S. zet uiteen, dat de ontwikkeling van de artillerie steeds „pendelt zwischen
„den Polen der Wirkung und der Beweglichkeit." Het is de kunst, voor iedere
soort artillerie tusschen de eischen van beweeglijkheid en uitwerking
het juiste compromis te vinden, waarbij de uitwerking steeds den voorrang
dient te bezitten boven de mobiliteit, waaraan sledhits een „dienende Rolle"
toevalt.
Ten aanzien van de lichte artillerie bleek het gemakkelijk het juiste
compromis te vinden. Moeilijkheden gaf echter de zware artillerie. S. brengt
in herinnering, dat de Duitsöhe zware artillerie niet in staat was, tijdig de
aanvallende troepen te volgen. Duidelijk trad het tekort aan mobiliteit aan