626 den dag bij den aanval op het front nabij Nancy. Ten einde het leger aldaar de beschikking te kunnen geven over de noodige zware artillerie, zonder welke een doorbraak onmogelijk bleek te zijn, werden uit de Duitsche forten zware kanonnen aangevoerd. De stelling Nancy zou slechts te doorbreken zijn, indien de zware artillerie de aanvallende troepen op den voet had kun nen volgen, ten einde nieuwe weerstanden op te ruimen. Juist dit gemis aan mobiliteit was oorzaak, dat op dit front de strijd vastliep, niettegen staande niet minder dan 67 zware batterijen aanwezig waren. Een overeen komstige ervaring werd in Noord-Frankrijk verkregen bij den bekenden „Wettlauf naoh dem Meere". In de toekomst zullen aan de zware artillerie nog veel grootere eischen worden gesteld, zoowel ten aanzien van de uitwerking, als met betrekking tot de beweeglijkheid, dan thans het geval is. Het te verplaatsen materieel, mede ten gevolge van de hooge eischen, welke worden gesteld aan de ver bindingen, verkenning en waarneming, waarvoor bijzondere voorzieningen zullen moeten worden getroffen, zal nog belangrijk in gewicht toenemen. Aan den anderen kant zal de toekomstoorlog meer dan te voren ingesteld zijn op het toebrengen van krachtige en plotselinge slagen, hetgeen Slechts mogelijk is door verrassende concentratie van troepen en materieel. Naast het grootere gewicht, zal de zware artillerie derhalve een groote mate van mobiliteit moeten verkrijgen, zoodanig, dat zij in staat zal zijn door het terrein den strijd te volgen. Paardentractie is daartoe niet het geëigende middel. Slechts de motortractie, zooals S. toelicht, brengt hier op alleszins afdoende wijze uitkomst. Festung und Geschütz. Onder dezen titel bevat het Militar Wochenblatt van 25 Maart 1934 (No. 36) een beschouwing over de waarde van verster kingen, met name ten aanzien van het weerstandsvermogen tegen een artil lerie-beschieting. Meer en meer vat de meening post, dat de forten bij Luik eerder gevallen zijn ten gevolge van de verrassing dan van de beschieting, terwijl S. van een verrassenden aanval op Verdun in den aanvang van den oorlog eveneens groote resultaten had verwacht. Wij zullen de gegevens overnemen, welke een vrij volledig beeld van de mate der beschieting geven. Op 31 Oct. 1917 was bet fort Vacherauville getroffen door 7940 granaten, waarvan 110 van 42 cm., 2138 van 38 cm., 305 van 28 cm., 5038 van 21 cm., zoodat per 3 vierkna., 2 granaten vielen. Het fort Moulainville werd door 8500 granaten getroffen, waarvan 330 van 42 cm., 770 van 30,5 cm., 28 cm. en 21 om. Op de, evenals beide vorige, nabij Verdun gelegen forten Souville, Tavannes en La Laufé vielen 30.000 a 40.000 granaten. De forten Douamont en Vaux, die enkele malen werden veroverd en heroverd, werden nog heviger beschoten. Het uit breuksteen samengestelde metselwerk voldeed niet. Een dekking van beton van 2,50 m. of van gewapend beton van 1,75 m. dikte echter werd zelfs door het zwaarste geschut niet doorgeslagen. Een treffer van een gra naat van 42 cm. slaat slechts een trechter van 80 cm. diepte. Bij de ver meestering van Douaumont na een zware beschieting waren sledhts 5 kaze matten, die 2,50 m. dik waren onbruikbaar. Op de dekkingen waren 3 of 4 treffers van 42 cm. te constateeren. Aan de binnenzijde waren zelfs geen scheuren waar te nemen. Ook de pantseringen bleken zeer wel bestand te zijn tegen de zwaarste beschieting. Ondanks het vermogen van de moderne artillerie is het mogelijk aan de bezettingen van moderne versterkingen een veilig onderkomen te versohaf fen en de niet-gepantserde opstellingen te beschermen. De rol van de forten is daarom in een toekomstigen oorlog nog geenszins uitgespeeld. Uit de rubriek „Technischer Rundlblick" van No. 37 van hetzelfde tijd schrift wordt het volgende vermeld Vliegtuigbewapening met geschut. Meer en meer gaat men er toe over vliegtuigen te bewapenen met, uiteraard licht geschut.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 82