630 Voorziening aan levensmiddelen, kleeding enz., Voorziening aan wape ning, Vliegdienst, Medische dienst, Verbinding, Gasdient, Geniedienst. Deze diensten worden geleid door technisch onderlegde officieren, terzijde gestaan door een studie-commissie, waarin vooraanstaande lieden uit handel, industrie en wetenschap zitting hebben. Dezen vormen de schakel tusschen het Departement van Oorlog en de uitvoerders van opdrachten. De maat regelen die noodig zijn ter voorbereiding van de uitvoering dezer opdrachten in oorlogstijd worden bestudeerd door a. een wetenschappelijke afdeeling, die voor elk doel de meest geschikte inrichtingen aanwijst en den ordbouw hiervan bestudeert b. een afdeeling, die de verzameling van de noodige grondstoffen voor bereidt c. een afdeeling, die de verbetering der fabricatiemeihoden bestudeert om tot verhooging der productie te geraken. Deze studiecommissies hebben weer hun vertakkingen in de verschillende districten van het land, waardoor nauw contact wordt verkregen en onder houden met handel en industrie. De hierbij ingedeelde officieren krijgen een speciale opleiding aan het „Army Industrial College", terwijl alle hierbij werkzame burgers, die hun arbeid zonder betaling verrichten, aangewezen zijn om ook in oorlogstijd als reserve-officier in deze richting werkzaam te zijn. Contraoten tusschen het Departement van Oorlog en de verschillende fabrieken, waarbij aan belanghebbenden een behoorlijke, doch niet over dreven winst, wordt toegekend, liggen geheel uitgewerkt ter teekening gereed. Sedert 1930 hebben reeds 20000 fabrieken, instellingen en handels lichamen een mobilisatie-plan ontvangen, waarin nauwkeurig is aangegeven, welk product zij in oorlogstijd zullen moeten leveren, en hoe eventueele ombouw het best zal kunnen plaats hebben. Italië. In Jan. 1923 werd een commissie voor de landsverdediging onder presidium van den Duce ingesteld. Een onderdeel van deze commissie is die voor de nationale mobilisatie. Sedert 1925 zijn alle mannen en vrouwen boven 14 jaar verplicht hun diensten in geval van oorlog ter beschikking van den Staat te stellen. Ook zij 'die niet tot het leger behooren, vallen dan onder de oorlogswetten. Elk departement bereidt op eigen gebied de mobili satie voor. In 1920 werden een vijftigtal officieren aangewezen om, ieder in hun eigen ressort persoonlijk contact op te nemen met industrie en handel en dit contact voortdurend te bewaren. Zij verkregen het recht alle geheimen eener fabriek te kennen en lichtten den fabrikanten voor betreffende de eisohen, die in oorlogstijd door de regeering aan hun bedrijf zullen worden gesteld. In 1929 echter werd in dezen toestand, die onvoldoende resultaten opleverde verandering gebracht. O.a. werd verboden aan fabrieken e.d. eenige verandering of uitbreiding te geven zonder toestemming van het bureau mobilisatie. Deze toestemming kon alleen worden verkregen, onder bepaalde condities, welke met oorlogsleveranties verband hielden. In datzelfde jaar werd ook ingesteld een nationale Raad voor onderzoek, welke nauw samen werkt met het bureau der burgerlijke mobilisatie. Dit laatste geeft aan, in welke richting de onderzoekingen moeten plaats hebben in het belang van oorlogs-doeleinden. Ook werd aan de Hooge School tot opleiding van ingenieurs een afdeeling opgericht voor de bestudeering van militair-tech nische vraagstukken. In 1933 is ingesteld een bureau voor handelsinlichting ten behoeve van de verkrijging van grondstoffen in oorlogstijd. Het houdt zich in het bijzonder bezig met de betrekkingen met het buitenland. België. Op den eersten mobilisatie^dag wordt ingesteld de „Direction du Ravitaillement et des Evacuations de l'Interieur". Hieronder ressorteeren o.a. Intendance, Genie, Geneeskundige en Diergeneeskundige Dienst, Wape ning en munitie, Vervoermiddelen, Gasdienst, Vliegdienst. In Dec. 1926 is ingesteld een „Commission de la Mobilisation de la Nation". De Generale Staf geeft aan, welke leveranties in tijd van oorlog noodig zullen zijn. Er is echter geen wet, welke de Regeering in staat stelt in vredestijd de verschil-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 86