636
Aan de afd. la wordt dus als gewone voeding geen kip meer verstrekt,,
terwijl ook de gebakken aardappelen vervallen. Ook afd. 3a. ontvangt bij de
rijst een toespijs (spiegelei of eierstruif), waardoor meer gelijkheid wordt
bereikt met de menagevoeding.
Driemaal per week wordt inplaats van rijst, enz., aardappelen met groenten
verstrekt (afd. la, lb en 2a kunnen desgewenscht eiken dag aardappelen
met groenten ontvangen). De hoeveelheden hiervan zijn andethalf maal zoo
groot als de in het oude tar. No. 40 voorkomende hoeveelheden als avond
maal voor afd. 3a driemaal per week verstrekte hoeveelheden, welke ver
meerdering noodzakelijk wordt geoordeeld.
De bereiding der spijzen heeft voor afd. la, lb en 2a plaats met boter, voor
de afd. 3a echter, evenals thans, met reuzel.
Het dessert wordt voor afd. la gevormd door 4 verschillende „toetjes".
De daarvoor uitgetrokken hoeveelheden zijn deels overgenomen van het
bestaande tarief, anderdeels proefondervindelijk vastgesteld.
Door een gelijke bepaling als voor ontbijtartikelen, zijn de hoofden der
hospitalen vrij in de keuze van het dessert.
De hoeveelheid vleesch is gesteld op 0.10 kg, waarbij nog komt 0.10 kg,
welke bij de soep wordt verstrekt. In totaal krijgen de lijders dus (voor
1 maaltijd zoomede avondsoep) 0.20 kg vleesch met been, welke hoeveelheid
alleszins voldoende werd geacht.
Onderscheid tusschen vleesch gebraden, vleeschlapjes en biefstuk is niet
meer gemaakt, omdat de wijze van bereiding afhankelijk moet worden gesteld
van de kwaliteit van het ontvangen vleesch die kwaliteit (lichaamsdeel van
het rund) verschilt den eenen keer van den anderen. Ook het uitdrukkelijk
voorschrijven van biefstuk (althans als gewone voeding) leek onnoodig.
Avondeten.
Het warme avondeten is vervangen door een broodmaal, voorafgegaan
door een bord soep. Deze soep kan worden beschouwd in de plaats te komen
van het avondbroodje bij de menages.
De broodmaaltijd bestaat uit 0.20 kg brood, een evenredige hoeveelheid
boter als bij het ontbijt en toespijs, bestaande uit 2 maal per week corned-
beef, eenmaal rookvleesch, 2 maal koudvleesch, 1 maal leverpastei en 1 maal
boterhamworst (voor la 2 toespijzen). Voorts thee als bij het ontbijt.
Ten einde z.v.m. afwisseling te bereiken en rekening te kunnen houden
met plaatselijke omstandigheden, is voor de keuze van toespijs bij het avond
eten een zelfde bepaling in het leven geroepen als voor ontbijtartikelen.
ad Groep II.
Deze groep moest worden ingevoerd om onderscheid te maken tusschen
de voeding van Europeanen en van Amboineezen en Manadoneezen, welk
verschil thans niet bestaat.
Bij de troepenmenages zijn de verschillen als volgt
Europeanen ontvangen hoogstens tweemaal per week een aardappelmaal
tijd, Amboineezen en Manadoneezen eenmaal, terwijl deze laatste geen recht
hebben op het avondbroodje met boter.
Overeenstemming met de menagevoeding is gezocht door de avondsoep
niet voor Amboineezen en Manadoneezen uit te trekken, hun slechts één
aardappelmaal per week te geven en het broodmaal 's avonds driemaal te
vervangen door een rijstmaal. De vervangende spijzen zijn dezelfde als die
welke aan afd. 2b en 3b worden verstrekt, met dien verstande dat de berei
ding van het vleesch voor afd. 3a met reuzel plaats heeft.
Aan lijders in de afd. 2a van deze groep wordt, evenals aan de lijders in
de afd. 2b, slechts viermaal per week vruchten verstrekt. Dessert en na
middagthee worden niet verstrekt, een en ander om het verschil in voeding
tusschen afd. 2a en 2b tot het strikt noodige te beperken.