732
Uit het door S. schematisch weergegeven beeld van het verband en de
verbindingen concludeert hij, dat het eenigen tijd zal duren alvorens de aan
vraag tot steun door de art. tot uitvoering kan worden gebracht, en dat dus
ook de opzet van een aanval daarmede rekening moet houden. Een vaste
tijd is hiervoor niet te geven. In het eene geval zal men in een half uur
klaar zijn, in een ander geval zal het uren kunnen duren. Daarom dient men
niet naar den steun van art. vuur te grijpen dan alleen wanneer het doel
zulks waard is. Anders trachte de Inf. liever met eigen middelen het doel
te bereiken (b.v. op een mitrailleur in vlak terrein).
Een tweede conclusie, die S. trekt, is, dat de onderofficieren, die voor
„agent de liaison" worden uitgezocht, zoowel in technische kennis als in
moreel opzicht moeten uitblinken. Ofschoon hij den afstand tot den Bat.cdt.
moet weten te bewaren, moet hij toch vrij voor zijne meening durven uitko
men bovendien moet hij het moreel bezitten, dat noodig is om in voorste
Inf. lijn zijn dienst te doen.
S. haalt vervolgens eenige voorbeelden aan uit zijn oorlogsherinneringen
omtrent „agents de liaison". Niet onvermakelijk is het verhaal van den
onderofficier, die trotsch was op zijn prestaties dienaangaande. Hij had in
de allervoorste lijn den aanval medegemaakt en had daar uitgeblonken, dat
wil zeggenals infanterist. Op zijn manier had hij het bataljon gehol
pen, doch het bataljon had gedurende het geheele gevecht geen verband gehad
met de steunende art.
S. overziet dan de moeilijkheden om onderoffn. voor deze taak te bestemmen
en zou de voorkeur geven aan officieren. (Men zou echter ook de door S.
toegedachte taak wat kunnen inkrimpen.) Hij acht zulks mogelijk als de
art. groepscdt beschikt over alle „officiers de liaison" van zijne onderhebbende
afdeelingen. Anderzijds acht hij de mogelijkheid niet uitgesloten om de strook,
waarin de groep moet steunen, te verdeelen in afdeelingsstrooken en elk
bataljon te doen steunen door een afdeeling van de groep (hetgeen echter
in strijd is met het beginsel door S. in den aanvang van zijn betoog aan
gehaald)
Ofschoon wij het niet direct met S. eens zijn om de waarneming van het
art. vuur in beginsel te doen geschieden door het personeel, bestemd voor
het verband, moet toch erkend worden, dat de geschetste organisatie de
mogelijkheid biedt om in noodgevallen snel als waarnemingsorgaan te kun
nen invallen. Doch dan is ook een telefoonverbinding gewenscht en geen
optische of ordonnansen-verbinding.
Overigenslaat onze huidige sterkte een dergelijk uitgebreide or
ganisatie wel toe?
Organisatie van den aanmaak der bewapening in Duitschland. Onder dezen
titel schrijft Lt.-Kol. G. Morel in de Revue d'Art. van Maart '34 een beknopt
overzichtelijk artikel over de diensten, die betrokken zijn bij de verzorging
in de behoefte aan oorlogsmaterieel, en waarin de daarbij naar voren treden
de beginselen in het licht worden gesteld.
S. vangt aan met een schets omtrent het ontstaan van dezen dienst als een
afgerond onderdeel in 1899 na een- vroegere mislukte poging in 1890. Ver
volgens wordt de organisatie behandeld zooals zij tot 1914 vrijwel ongewijzigd
is blijven bestaan. Aan het hoofd stond, rechtstreeks onder den Minister van
Oorlog, een opperofficier als Directeur van de bewapening en van het Mate
rieel. Hij had onder zijne beveleneen kabinet, de inspectie van de technische
inrichtingen der Inf. (Inf.-officieren), de inspectie van de technische inrich
tingen der Art. (Art.-officieren en burger-ingenieurs), de inspectie van de
bewapening, de inspectie van de Art.-depots (magazijnen), de inspectie van
den trein. Daarnaast bestond verder de Commissie van proefneming voor de
draagbare wapening (een Kol. en 11 offn. der Inf.), ressorteerende onder de
Legerleiding, zoomede de Commissie van proefneming voor de artillerie
(een opperoff. en offn. der Art.), ondergeschikt aan den Inspecteur der
Vesting-Art. De officieren in de leidende functies van den technischen dienst
werden gerecruteerd uit de Inf.- en Art.-korpsen en hieven slechts tijdelijk
bij den dienst. De officieren in de arsenalen en de officieren-vuurwerker