735
b. Een nieuwe binnenbekleeding voor stalen helmen bestaande uit een
alluminium geraamte dat aan de bovenzijde voorzien is van een met haar
gevuld kussentje, een lederen zweetband, waaraan een viertal kleppen, welke
met een rijgsluiting aan elkaar bevestigd kunnen worden om het hoofddek
sel passend te maken.
c. Een zak voor het zuiveren van drinkwater, inhoudende 40 gallon. Het
geheel is opvouwbaar en kan leeg gemakkelijk worden meegevoerd. Met
behulp van een metalen ring waaraan vier ophangpunten, kan de zak in
de nabijheid van een veldkeuken worden opgehangen. In den bodem bevinden
zich eenige kraantjes waarmee het water na een filterlaag te hebben doorloo-
pen kan worden afgetapthet is dan voldoende zuiver om direct te worden
gebruikt.
Kevue du Service de l'Intendance Militaire. Jan./Febr. 1934. Intendant
Militaire de 3ième Classe Millot geeft uitgebreide beschouwingen over
„Le Problème de Blé", waarin o.m. voorkomt een overzicht van de voor
naamste graanproduceerende en graanimporteerende landen, de exportlanden,
de doorvoerhavens en de distributiemarkten van Europa. Voorts wordt een
overzicht gegeven van de graanproductie van Amerika, Canada, Argentinië
en Australië, waarbij mede aandacht is geschonken aan de scheepvaart
verbindingen tusschen Europa en deze landen. Vervolgens worden eenige
belangrijke tijdvakken uit den graanhandel aan een beschouwing onder
worpen, waarbij o.a. wordt opgemerkt, dat gedurende den oorlog ten behoeve
van de Geallieerden door de overzeesche graanproducenten in totaal 12 a 13
millioen H.A. nieuw in cultuur werden gebracht, waardoor zij in staat waren
gezamenlijk 150 millioen quintalen extra aan Frankrijk te leveren. Volgen
beschouwingen over het verloop der internationale graanpositie afzonderlijk
voor elk der jaren 1928 tot en met 1933.
Het artikel wordt vervolgd.
Idem. „Les Liaisons maritimes de la France avec ses colonies" door Intendant
Militaire lre classe Mazars.
In Hoofdstuk I van dit artikel worden de overzeesche verbindingen van
Frankrijk met zijn koloniën besproken gedurende de expedities naar Algiers
(1830), Madagascar (1895-96), Egypte (1798), China (1859), de Krim (1854),
Mexico en den Wereldoorlog. Dat de intendance hierbij een zeer belangrijke
rol te vervullen had, blijkt uit het volgende. Met neutrale landen werden
contracten afgesloten voor het onderhouden der verbindingen tusschen Afrika
en Frankrijk via Spanje, Italië en Griekenland. In Algiers, Madagascar en
Tunis werden overeenkomsten aangegaan voor de levering en het transport
van levend vee en gekoeld vleesch. Met twee scheepvaartmaatschappijen
werden contracten afgesloten om gedurende 3 jaren 70.000 ton gekoeld
vleesch per jaar naar Frankrijk over te voeren.
Van 1914 tot 1916 handelde ieder der Geallieerden voor zich zelf. In 1917
werd de aankoop in, en het transport van het buitenland voor alle gealliëer-
den centraal geregeld, waarbij de Fransche intendance de te volgen lijn
aangaf en de regeling van het geheel in handen nam. Zij gaf daarbij o.m.
aanwijzingen voor het scheepsvervoer van levend vee. Voorts werden spe
ciale schepen ingericht voor het vervoer van gekoeld en bevroren vleesch,
welk laatste artikel een zeer groot gedeelte van het transport in beslag nam.
Schrijver wijst er op, dat gedurende den laatsten oorlog is gebleken, dat offi
cieren der intendance, vooral in landen met overzeesche bezittingen, op de
hoogte dienen te zijn van de wijze waarop langdurig scheepstransport van
menschen en dieren, alsmede de verpleging gedurende de reis plaats heeft,
terwijl zij voorts mede bekend dienen te zijn met de bijzondere eischen waar
aan schepen moeten voldoen voor het transport van graan, gekoeld en be
vroren vleesch e.d. artikelen.
In Hoofdstuk II geeft Schrijver beschouwingen omtrent de meest gangbare
typen schepen en het meest economische gebruik dat er van kan worden
gemaakt, terwijl in Hoofdstuk III de verschillende overeenkomsten, welke
met scheepvaartmaatschappijen werden gesloten besproken worden, speciaal