Pétain schilderde in zeer pessimistische bewoordingen den toestand, zooals deze zich aan hem voordeed. Foch liet een minder pessimistisch geluid hooren en drong er op aan op andere ge deelten van het front eenige risico's te loopen, teneinde zoo veel mogelijk troepen op het bedreigde front te kunnen samentrekken, om het ontstaan van een opening tusschen de Engelsche en Fransche legers in de omgeving van Amiens in ieder geval te voorkomen. Poincaré en Clemenceau deelden de zienswijze van Foch en toen Milner's advies gevraagd werd, merkte deze op, dat hij buiten voorkennis van Haig en Wilson geen beslissing kon nemen en daarom stelde hij voor den volgenden dag in het hoofdkwartier van Haig te Dury een nieuwe conferentie te be leggen, waar dan ook Haig en Wilson tegenwoordig zouden kunnen zijn. Dit plan werd goedgekeurd, doch later werd op verzoek van Haig als plaats van samenkomst Doullens gekozen, daar Haig aldaar zijn legercommandanten tot een bespreking had opgeroepen. Alvorens naar Parijs terug te keeren, hadden Clemenceau en Lord Milner nog een particulier onderhoud. Lord Milner drong er bij Clemenceau op aan, dat Pétain zooveel mogelijk troepen naar de streek van Amiens zou sturen. Nadat Clemenceau hem hieromtrent gerust had gesteld, toonde hij Lord Milner nogmaals de noodzakelijkheid aan, om op de conferentie van den volgenden dag tot een oplossing te komen in de kwestie van de eenheid van commando. Na terugkeer te Versailles had Lord Milner een langdurig onder houd met generaal Wilson, die juist was teruggekeerd van de conferentie te Abbeville, waar behalve Wilson ook Haig en gene raal Weygand aanwezig waren. Haig stelde op deze conferentie voor Foch tot opperbevelhebber over de geallieerde legers te be noemen, doch Wilson was voor dit idee niet onmiddellijk te vin den. In het onderhoud met Milner gaf Wilson als zijn meening te kennen, dat tot eiken prijs het contact met het Fransche leger be waard moest blijven. Inzake de leiding van den oorlog stelde hij voor Clemenceau te belasten met het nemen van die maatregelen, welke een zoo groot mogelijke samenwerking tusschen de beide legers zouden mogelijk maken en bovendien een juist gebruik van de beschikbare reserves zouden verzekeren Foch zou hem op militair gebied met zijn raad kunnen bijstaan. Om 11 uur 's avonds polste Wilson Foch te Parijs over het bo venstaande denkbeeld, doch Foch keurde het af, daar hij vreesde, dat op deze wijze geen eenheid in de bevelvoering mogelijk zou zijn, daar Clemenceau geneigd zou zijn nu eens naar Foch's adviezen te luisteren, terwijl een volgenden keer de meening van Pétain voor de te nemen beslissing doorslaggevend zou kun nen zijn. Foch zelf was van meening, dat het het beste was, indien hij door de beide regeeringen speciaal werd gemachtigd om de maxi- 645

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 11