mum samenwerking tusschen de beide opperbevelhebbers tot stand te brengen en dus een soortgelijke positie zou innemen als in 1914 tijdens den slag aan den Yser. Foch wilde echter niet het commando over beide legers uitoefenen. Toen Wilson den volgenden dag op weg naar Doullens Foch's meening aan Milner mededeelde, kon deze er zich geheel mee vereenigen en achtte Milner het inderdaad de beste oplossing. Zij had naar zijn idee nog dit voordeel, dat nu de Engelsche reser ves reeds verbruikt waren, Foch door zijn energie en doorzettings vermogen de eenige man was, die in staat was om zooveel mogelijk Fransche reserves naar het bedreigde front te kunnen dirigeer en. III. Foch. Het is hier de plaats om in een kort overzicht aan te geven, welke rol de man, die geroepen stond te worden om de leiding over de geallieerde legers op zich te nemen, in de eerste 3 jaren van den wereldoorlog gespeeld had. Bij den aanvang van den oorlog was Foch commandant van het 20ste legerkorps, standplaats Nancy, welk korps tot mobilisatie- taak had de concentratie van het 2de leger te beveiligen. Onder het commando van Foch nam het 20ste korps deel aan de operaties in Lotharingen. 29 Augustus werd Foch door Joffre belast met het commando over een detachement, dat moest optreden op den linkervleugel van het 4e leger en tot taak kreeg dit leger tegen vijandelijke omtrekkingen te beveiligen. Foch kwam te staan onder commando van den commandant van dat leger, tot dat op 5 September het detachement werd omgezet in een zelfstandig leger, het 9de. Als Commandant van dit leger weerstond Foch de heftige Duitsche aanvallen ten Zuiden van de „Marais de St. Gond", waardoor hij ten zeerste bijdroeg tot het succes van den slag aan de Marne. Met den titel „adjoint au général en chef" begaf Foch zich 4 October naar het Noord-Westelijk gedeelte van het front om aldaar de leiding der Fransche troepen op zich te nemen en zorg te dragen voor een goede samenwerking met de geallieerde troepen. In den slag aan de Yser en den slag bij Yperen wist Foch door zijn grooten invloed de geallieerde legers, welke door den langen duur van den slag uitgeput raakten en aan terug trekken dachten, nieuwe moed in te blazen en hen te bewegen, de verdediging van hun stellingen tegen den overmachtigen vijand voort te zetten. Het is de groote verdienste van Foch geweest, dat de Duitsche aanvallen op dit frontgedeelte, welke van 17 October tot 12 November aanhielden, niet tot succes leidden. 5 Januari 1915 werd Foch benoemd tot commandant van de „groupe d'armées de Nord", welk commando hij tot 27 December 1916 behield. Het feit, dat het groote geallieerde offensief aan 646

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 12