•de somme van 1 Juli tot 15 November 1916, in welken slag Foch
de Fransche troepen aanvoerde, niet tot de gehoopte doorbraak
van de Duitsche liniën voerde, was oorzaak, dat de sinds 16
December opgetreden opperbevelhebber Nivelle Foch van zijn
commando onthief.
Na zijn in ongenade vallen vestigde Foch zich met een kleine
staf te Senlis.
Hier kreeg hij de opdracht een operatieplan uit te werken voor
het geval de Duitschers de Zwitsersche neutraliteit zouden schen
den, welk plan hij 12 Januari bij den opperbevelhebber indiende.
Van 22 Januari tot 30 Maart werd Foch belast met het tijdelijk
commando over het 7e en 8ste leger, daar de commandant,
Castelnau, met een bijzondere opdracht naar Rusland was ge
zonden.
Nadat hij dit tijdelijk commando vervuld had, vertrok Foch
naar Italië om aldaar te bestudeeren, hoe Fransche en Britsche
troepen het Italiaansche leger konden steunen in het geval, het
Italiaansche front door overmachtige krachten werd aangevallen.
15 April was Foch te Senlis terug, waar hij op dat moment geen
enkele bezigheid had.
Nadat het groote geallieerde offensief onder Nivelle op het
Westfront mislukt was, nadat Rusland tengevolge van de revolutie
als bondgenoot was uitgevallen en de hulp door Amerika toegezegd
nog geheel georganiseerd moest worden, riep de premier Painlevé
Foch 15 Mei 1917 tot de functie van chef van den generalen staf,
in welke hoedanigheid Foch de technische raadsman in militaire
aangelegenheden van de regeering werd.
Zijn eerste werk was in overleg met den Britschen chef van
den generalen staf Robertson een operatieplan voor de tweede
helft van het jaar 1917 op te maken.
Nadat 24 October 1917 het groote Duitsch-Oostenrijksche
offensief op het Italiaansche front was begonnen, dat leidde tot
de volledige doorbraak van de Italiaansche liniën, vertrok Foch
28 October vergezeld door Fransche en Britsche troepen naar
Italië, om er voor te waken, dat de Italiaansche terugtocht niet
in een volslagen nederlaag zou ontaarden. Tijdens Foch's verblijf
in Italië, dat tot 23 November duurde, had de oprichting van de
„Conseil supérieur de guerre" plaats, welke gebeurtenis reeds
hierboven is beschreven.
IV. De conferentie te Doullens.
26 Maart om 11 uur 's morgens waren alle deelnemers aan de
conferentie te Doullens aanwezig, doch de conferentie kon nog niet
beginnen, daar het onderhoud tusschen Haig en zijn drie leger
commandanten nog voortduurde. Om den tijd te korten onder-
647