hielden de deelnemers zich met elkaar op het pleintje voor het
gemeentehuis, in welk gebouw de conferentie zou plaats vinden.
Clemenceau vertrouwde hier Poincaré toe, dat Pétain juist een
bevel had uitgevaardigd aan de Fransche troepen om naar het
Zuiden terug te trekken en Foch kwam deze mededeeling beves
tigen onder toevoeging, dat hij, Foch, het energiek had bestreden.
Volgens Clemenceau moest Pétain elk optimisme in den uitslag
van den strijd verloren hebben en had hij zelfs Clemenceau mede
gedeeld, dat hij verwachtte, dat de Duitschers de Engelschen in het
vrije veld zouden verslaan, waarna de Fransche troepen een zelfde
lot zou te beurt vallen.
Toen Clemenceau Foch eenig'e vragen stelde over den toestand
en over de te nemen maatregelen om aan den toestand het hoofd
te bieden, antwoordde Foch „Vous ne vous battez pas. Moi, je
me battrais sans m'arrêter. Je me battrais devant Amiens. Je me
battrais dans Amiens. Je me battrais derrière Amiens. Je me
battrais tous le temps' Deze woorden geven meer dan welke
beschrijving ook aan, de wil, dien Foch ten toon spreidde om onder
alle omstandigheden den kritieken toestand, waarin de geallieerde
legers geraakt waren, het hoofd te bieden. Ten opzichte van het
pessimisme der overige aanwezigen stak Foch's vertrouwen in
de uiteindelijke overwinning sterk af en hij bevestigde door zijn
houding de bekende regel, dat slechts die veldheer overwonnen
wordt, die het vertrouwen in de eigen overwinning heeft verloren.
Eindelijk om 5 minuten over twaalf kwamen Lord Milner en
generaal Wilson uit Versailles aan. Nauwelijks aangekomen stelde
Clemenceau Lord Milner de vraag of de geruchten inderdaad juist
waren, dat Haig van plan was op de Kanaalhavens terug te trek
ken. Alhoewel Milner niet geheel op de hoogte van den toestand
was, vermoedde hij toch, dat hier een misverstand in het spel was
en Milner verzocht aan Clemenceau voor den aanvang van de
conferentie een onderhoud met Haig en zijn legercommandanten
te hebben, teneinde dit misverstand uit den weg te kunnen ruimen.
Het onderhoud tusschen Lord Milner, Wilson, Haig en zijn leger
commandanten Plumer, Horne en Byng duurde slechts kort. On
middellijk stelde Milner Haig de vraag of hij inderdaad van plan
was op de Kanaalhavens terug te trekken, doch hier bleek een
misverstand te heerschen. Haig had alleen beweerd, dat hij met
zijn beschikbare troepen zijn linie slechts naar het Zuiden zou kun
nen uitstrekken tot aan de Somme en in het geval de Franschen
hun front niet naar het Noorden tot aan dezelfde rivier zouden
uitbreiden, zijn rechtervleugel omtrokken zou worden en hij
Amiens dan niet langer meer zou kunnen dekken. Hij was echter
vastbesloten zoo lang mogelijk stand te houden.
Tot slot had Milner een persoonlijk onderhoud met Haig. die
op Milner s vraag terzake verklaarde, dat het hem genoegen zou
doen eventueel met Foch samen te werken.
648