De luchtwachten nemen waar op het gezicht en op het gehoor.
Moge oogenschijnlijk het eerste het belangrijkste lijken, inderdaad
is waarneming op het gehoor een factor van de eerste orde. Indien
men er eens op let, zal het zeker opvallen, dat men een vliegtuig
meestal eerst hoort en dan pas ziet, als men het ziet (bewolking
a. a.).
De Zweedsche luchtwachtdienst b.v. werkt hoofdzakelijk op
het gehoor, waartoe de post over luistertrechters beschikt.
Ook overigens heeft de luchtwachtdienst in het buitenland de
beschikking over min of meer gecompliceerde en daardoor ook
min of meer goed werkendeluister instrumenten. Men beschouwt
deze in Frankrijk, zoowel als in Engeland, als noodzakelijk.
De bespreking van majoor Stewart van de Engelsche luchtma-
noeuvres van 1927 vermeldt dienaangaande „The sound of its
engines was heard by the ground observations posts, which are
dotted all round the coast and these posts immediately sent mes
sages to headquarters". Verderop zegt de schrijver „The sense
of hearing is perhaps the most important in spotting aircraft and
consequently the airman's task is infinitely more difficult than the
ground observer's."
De plaats van de luchtwachten zal nauwkeurig verkend moeten
worden. Zij zal zoodanig moeten zijn, dat z.m. naar alle kanten een
ruim uitzicht is en dat geen rumoer de waarneming op het gehoor
belemmert.
De tusschenruimte van de luchtwachten moet zoodanig zijn, dat
een vijandelijk vliegtuig niet tusschen 2 luchtwachten kan passee-
ren, zonder gezien of gehoord te worden. In Holland neemt men
daarvoor 15 K.M.
In hoeverre het noodig is een volledige cirkel van luchtwachten
om het object te plaatsen, zal voor ieder geval nauwkeurig onder
zocht moeten worden. Voor Soerabaia zou dit, rekening houden
de met een afstand en een tusschenruimte van onderscheidenlijk
100 en 15 K.M. en gesteld dat het noodig en mogelijk was, onge
veer 40 luchtwachten eischen. Luchtwachten behoeven evenwel
slechts daar geplaatst te worden, waar redelijkerwijze de komst
van vijandelijke vliegtuigen te verwachten is. Uit defensieover
wegingen zullen we dit onderwerp hier niet verder uitwerken.
In elk geval kan geconstateerd worden, dat het aantal noodzake
lijke luchtwachten aanzienlijk zal zijn, zoodat de personeelsvoor
ziening niet zonder belang is.
Het gebruik van volwaardige infanterie voor de bezetting van
die wachten 1 a 2 man kader met 6 a 9 manschappen per wacht
zijn noodzakelijk is n.o.m. volstrekt onjuist en niet economisch
te achten voor ons kleine leger is een dergelijke oplossing on
aanvaardbaar. Ook het gebruik van burgerpersoneel als B.B.- of
S.S.-personeel lijkt ons in de praktijk onuitvoerbaar, waar een
669