Tenslotte willen wij wijzen op de wenschelijkheid de luchtdoel- artillerie, m.u.v. die op de werken, zoodanig uit te rusten en te organiseeren, dat zij strategisch voldoende mobiel is. Wij, met onze beperkte materieele uitrusting, moeten de gelegenheid niet onge bruikt laten die artillerie ten behoeve van het veldleger aan te kunnen trekken in dat stadium van den oorlog, dat het veldleger alle krachten opeischt. Luchtdoelmitrailleurs. Wij zullen over dit onderwerp slechts weinig zeggen. Het is algemeen bekend, dat luchtdoelartillerie minder geschikt is voor het vuren op geringe hoogte i.v.m. de hoeksnelheden van de vijan delijke vliegtuigen. Doelen, vliegende op max. 1000 a 2000 M. hoogte, dienen door daartoe speciaal ingerichte mitrailleurs groot kaliber, al dan niet lichtspoor, speciale richtmiddelen te worden bestreden. Luchtaanvallen op geringe hoogte scheervlucht, duikvlucht treden meer en meer op den voorgrond en worden in alle legers regelmatig beoefend. Ie Luitenant Walker (C. A. J. October 1930) zegt o.m. „Attack aviation will support a bombardment mission by neu tralizing so far as is possible the anti-aircraft artillery defending the bombardment objective. Fragmentation bombs may be em ployed against known anti-aircraft gun emplacements. Smoke may be used against areas in which the anti-aircraft batteries are likely to be." Alleen mitrailleurs, aangevuld door van speciale richtmiddelen voorziene karabijnmitrailleurs en door geweerschutters, kunnen daar met kans op succes tegen optreden. Het niet bezitten daar van, hetgeen een eventueele tegenstander zeker niet onbekend zou zijn, zou tot dergelijke aanvallen uitlokken. Overigens moge bedacht worden, dat luchtdoelmitrailleurs het luchtdoelgeschut wel kunnen aanvullen, maar niet vervangen. De gunstigste hoogte voor het bommenwerpen ligt op 2000 a 3000 M., waartegen mitrail leurs volkomen machteloos zijn. Men zal zich daarom van de luchtverdediging van eenig object x) van waarde, zooals de werken b.v., niet mogen afmaken door daar voor slechts luchtdoelmitrailleurs aan te wijzen. Dit is bepaald onvoldoende te achtengeschut met een kaliber van minstens 5 c.M., liefst 7.5 c.M., is zeker noodzakelijk. Zoeklichten. Over het gebruik van zoeklichten werd onder de hoofdstukken jagers en luchtdoelartillerie reeds het een en ander gezegd. x) Zeer kleine objecten, als bruggen e.d., uitgezonderd. 675

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 41