men spreiding. De afwijkingen van de aanslagen t.o.v. het midden
van het doel heeten fouten. x)
De ervaring leert, dat in deze fouten een vaste regelmaat
schuilt en zij gebonden zijn aan een wet, welke naar den afleider
ervan algemeen bekend staat onder den naam
4. Foutenwet Gauss.
Deze wet stelt ons in staat om, bij bekendheid van de nauwkeu
righeid waarmede een bepaalde meting is verricht, de kans te be
rekenen dat een fout van een bepaalde grootte gemaakt zal worden,
of wel een bepaald bedrag niet zal overschrijden.
De maatstaf voor deze nauwkeurigheid nu wordt gegeven door
de spreiding, immers zal deze grooter zijn naarmate onnauwkeu
riger gewerkt wordt (ongeoefend personeel, onvolmaakte instru
menten)
Daar aan de nauwkeurigheid geen tastbare beteekenis kan wor
den gegeven, heeft men voor de practijk andere grootheden in
gevoerd, die van haar afhankelijk zijn. Daartoe komen bij het
bommenwerpen voornamelijk in aanmerking.
de gemiddelde fout m
en de waarschijnlijke fout r
5. De gemiddelde fout.
Onder de gemiddelde fout van eenige waarnemingen (in dit
geval worpen) wordt verstaan het rekenkunstig gemiddelde van
de absolute waarden der fouten (dus zonder het teeken in reke
ning te brengen). Is derhalve n het aantal worpen en zijn Xi, x2,
enz,xn de gemaakte fouten, dan wordt de gemiddelde fout
aangegeven door de formule
x, x2 x3 enzxn
m
n
of de gebruikelijke notatie toepassend
6. De waarschijnlijke fout.
Onder de waarschijnlijke fout (ook wel 50 afwijking ge
noemd) wordt verstaan een fout- van zoodanig bedrag r, dat er
evenveel kans bestaat een fout te maken die kleiner is dan r,
dan wel om een fout te maken die grooter is dan dit bedrag.
Met behulp van de foutenwet is een verband te bepalen tusschen
m en r, welke verband tot uitdrukking komt in de formule
r 0,84535 m. (3)
680
b Omtrent de oorzaken van deze fouten zij verwezen naar bron 4.