1 - (Too") °'8 n 109 ^TM") 109 °'8) Acht men deze trefkans te gering, zoo stelle men een bepaalde trefkans vast, b.v. 80 en berekene hoeveel worpen gedaan moeten worden opdat de kans op minstens 1 treffer 80 zij. De berekening is dan als volgt 54 5 n log 0,2 0,69897 n log 54,5 log 100 0,26360 Het aantal worpen is dus 3. Het meest waarschijnlijke aantal treffers voor b.v. 10 worpen is dan 10 X 0,545 5. 4. De trefkans-grafiek. Instede van het gebruik van de tabel van waarschijnlijkheids factoren is in Amerika een soort grafiek geconstrueerd, welke het bepalen van de trefkans op doelen van verschillende afmetingen en bij verschillende afwerphoogten vergemakkelijkt. Figuur 2 stelt deze grafiek gedeeltelijk voor. De getallen links en onder geven de afmetingen van de doelen, terwijl de getallen rechts en boven de bijbehoorende trefferpercentages voor verschillende af werphoogten aangeven. Het gebruik van de grafiek is als volgt Voor een doel van de afmetingen als in het gegeven voorbeeld, dus van 120 bij 300 m. wordt de verticale lijn waarbij het getal 300 onderaan staat gevolgd tot het percentage 95 bovenaan behoo- rende bij een afwerphoogte van 3000 m. Evenzoo wordt de hori zontale lijn, waarbij het getal 120 links staat, gevolgd tot het percentage 57 rechts behoorende bij een afwerphoogte van 3000 m. De trefkans is dan het product van deze beide percentages 0,57 X 95 54 5. De trefkans-tabel. Instede van voorgaande grafiek kan een gewone tabel even goede, zoo niet betere diensten bewijzen. Deze tabel zou er kunnen uitzien als volgt Achter dit artikel geplaatst. 688

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 54