van de bemanning en de omstandigheid of het doel bijtijds gezien
wordt. Hierbij speelt de samenwerking tusschen den bestuur
der en den bommenwerper een zeer belangrijke rol. In open ter
rein en bij van verre reeds zichtbare doelen zal het ook mogelijk
zijn door den bestuurder de bommen te doen afwerpen. Wordt
het doel bijtijds gezien, dan zijn de breedtefouten niet meer dan
enkele meters, terwijl bij behoorlijk geoefend en aan elkaar gewend
personeel de leng'tefouten de 10 m. niet behoeven te overschrijden.
Alles hangt af van de beoordeeling door den bommenwerper van
de hoogte, de snelheid en de stand in de lucht (declinatie of
elevatie) van het vliegtuig op het moment van afwerpen. Het
spreekt wel haast van zelf dat voor het oefenen van het personeel
een groot aantal bommen van het type dat in oorlogstijd gebruikt
zal worden (houten oefenbommen hebben een andere baan) noodig
zijn. Om de gewenschte geoefendheid te bereiken en te onderhou
den zullen per man en per jaar zeker 25 bommen noodig zijn, het
geen dan nog ongeveer de helft is van het aantal dat in het
buitenland noodig geoordeeld wordt.
III. BIJ DEN AANVAL IN DUIKVLUCHT.
Ook hierbij hangt de spreiding en de trefkans geheel af van
de geoefendheid van het personeel. De eenmaal losgelaten bom
zal onder de invloed van de zwaartekracht een weinig achterblij
ven ten opzichte van de oorspronkelijke vliegtuigkoers, doch deze
afwijking is gering, en hiermede kan de bommenwerper rekening
houden door een weinig voor te houden. De mate van voorhouden
is natuurlijk afhankelijk van de af'werphoogte.
Bij een duik vanaf 1100 m. wordt op 100 m., bij een duik vanaf
1500 m. op 150 m., bij een duik vanaf 2000 m. op 200 m. en bij
duiken van boven de 3000 m. op 400 m. boven den grond afge
worpen.
In de practijk blijkt de grootste hoek waarbij nog goed gericht
afgeworpen kan worden 70° te zijn. Bij grootere hoeken is het
vliegtuig niet meer voldoende stil te houden.
De maximum afwijkingen bedragen bij goed geoefende duik
bommenwerpers van alle hoogten
zijdelings 5 m. en in
afstand 25 m.,
hoewel natuurlijk buitengewone afwijkingen kunnen voorkomen.
IV. BUITENLANDSCHE GEGEVENS.
Over de spreidingen in het buitenland treft men zeer weinig
gegevens aan, terwijl de gepubliceerde opgaven zóó veel verschil
len, dat ze met eenige reserve beschouwd moeten worden.
In Frankrijk zijn uitgebreide proeven genomen met het bommen-
werpen uit vliegtuigen met de motor vóórin (1- of 3-motorige) dus
696