Artikel 177. Binnen acht dagen daarna zal de beklaagde of zijn raadsman namens hem ter terechtzitting een schriftuur van antwoord kunnen indienen. Artikel 178. 1) Na de indiening, of wel wanneer de beklaagde en diens raadsman van deze bevoegdheid afstand doen, zal de krijgsraad, indien dit door den auditeur-militair of door den raadsman van den beklaagde wordt verlangd, een dag bepalen tot het houden van pleidooien. 2) Na het pleidooi van den raadsman van den beklaagde kan de auditeur-militair andermaal het woord voeren. 3) Aan den beklaagde en zijn raadsman wordt echter, op straffe van nietigheid het recht gelaten om het laatst te spreken. Artikel 213. 1) Aan den beklaagde zal worden toegestaan de tijd van twee en twintig dagen, na den dag der uitspraak om te appelleeren. De beklaagde kan dus in alle strafzaken worden bijgestaan door een officier-raadsman. De plichten van den officier-raadsman zijn van tweeërlei aard hij is officier, doch tevens raadsman. Strijd tusschen de aan deze twee qualiteiten verbonden verplichtingen zal vermoedelijk niet altijd uitgesloten blijken. Men werke van weerszijden mee, even- tueele moeilijkheden zoodanig op te lossen, dat de belangen van de verdediging niet worden geschaad. Waarom is men hier en elders van de meening geweest dat in alle krijgsraadzaken toevoeging van een raadsman mogelijk moet zijn Ter beantwoording van deze vraag moet men nagaan, het stand punt van alle personen, welke aan de behandeling van een straf proces deelnemen. Naast den volkomen onpartijdigen rechter staat het Openbaar Ministerie, vertegenwoordiger van de belangen der gemeenschap en van den Staat. Het brengt alle punten voor de schuld van den beklaagde bijeen, maar het is niet de taak van den Auditeur- Militair, als „zwartmaker" op te treden. Waar de Auditeur- Militair het licht ziet, mag hij het niet verdonkeren het belang der gemeenschap eischt vóór alles, dat geen onschuldige veroor deeld wordt. Gelukkig kan men zeggen, dat in ons land vele Auditeurs-Militair hun taak aldus opvatten. Zelfs komt het voor, dat de Auditeur-Militair vrijspraak vraagt, terwijl de rechter nog meent te kunnen veroordeelen. Toch kan niet worden geloochend, dat de eigenaardige functie van den Auditeur-Militair en vooral 704

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 72