In de derde plaats zal de Regeering eenigen aandrang op de desbetreffende gemeentebesturen (hoofden van Plaatselijk Be stuur) tot medewerking moeten uitoefenen. De practijk in Hol land heeft uitgewezen dat zulks niet overbodig is. Gebleken is nl. dat slechts de gemeentebesturen in Zeeland en in enkele kleine gemeenten in N.- en Z.-Holland den luchtbeschermingsdienst op bevredigende wijze hebben voorbereid voor het overige en met name in de groote bevolkingscentra is de toestand onbevredigend. Teneinde in dezen toestand verbetering te brengen, heeft de Regeering in Nederland een interdepartementale Commissie in gesteld, welke haar zal voorlichten omtrent het scheppen van een wettelijken grondslag voor den luchtbeschermingsdienst. Hoewel n.o.m. in Indië ook zonder dien grondslag wel iets be reikt kan worden, indien de Regeering blijkt geeft daar bijzondere waarde aan te hechten, verdient toch ook hier een wettelijke grondslag de voorkeur. Wellicht kan men bij de voorbereiding daarvan leering trekken uit den arbeid van vorengenoemde com missie volgens een krantenbericht zou het desbetreffende concept wetsontwerp den minister reeds bereikt hebben. In geen geval mag met het nemen van maatregelen op de eventueele tot standkoming van een wet op de luchtbescherming worden gewacht. Wellicht zal bij sommigen twijfel gerezen zijn ten aanzien van de mogelijkheid in Indië op het gebied van de luchtbescherming wat te bereiken. Inderdaad zijn de omstandigheden in vele op zichten minder gunstig dan in Europa. Kelders en ondergrond- sche verblijven (van stations, ratskeller e.d.) zijn practisch niet aanwezig, terwijl de Indische huizen zich niet zoo gemakkelijk leenen voor collectieve gasbescherming. In het bijzonder geldt dit voor de kamponghuizen, welke bovendien zeer brandbaar zijn. Hier staat tegenover de veel meer verspreide open bouw van de Indische steden, vergeleken met haar Hollandsche soortge- nooten. Inderdaad zal het niet mogelijk zijn, de bevolking dekking te geven tegen brisante vliegtuigbommen. Men kan hieraan tege moet komen door op het waarschuwingssein de huizen, welke vlak bij belangrijke objecten zijn gelegen, te doen ontruimen. Maar wel mogelijk is, de menschen te leeren tijdens een vij andelijken luchtaanval in de huizen te blijven, waardoor althans treffers door eigen artillerievuur worden voorkomen. Gen. Ash- more deelt daarover mede „In the six raid nights, eight people had been killed and sixty-four injured bij falling pieces of shell (van eigen artillerie. S). The public had not yet realized that, although against heavy bombs practically no building could give safe cover, on the other hand, against shell fragments a good roof, a roof and one floor, gave ample protection". 756

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 18