valhoogte en door de dichtheden van de verschillende luchtlagen,,
welke de bom passeeren moet. Bij proeven die met de eerste
kogelbommen gehouden werden, bleek de grootste bereikbare
snelheid 150 m/sec. te zijn; deze snelheid werd na een valtijd
van 25 seconden bij valhoogte van 2000 m. bereikt. De rest
van de baan viel de bom met een gelijkblijvende snelheid. Door
dezen langen valtijd wordt de trefkans in sterke mate in ongunsti-
gen zin beïnvloed.
Later werden artilleriegranaten van de grootste kalibers voor
zien van stuur lappen (paardedekens) om ze een eenigszins vasten
stand in de lucht te geven. De ervaringen hiermee waren echter
nog ongunstiger dan met de kogels, daar deze stuurlappen zeer
groot gemaakt moesten worden om aan hun doel te beantwoor
den, waardoor ze de valsnelheid zeer sterk beïnvloedden en bo
vendien zeer groote afwijkingen veroorzaakten door zijwinden.
Men werd wel gedwongen in te zien, dat de ervaringen, welke
reeds tientallen jaren te voren bij de artillerie opgedaan waren,
ook hier tot uiting kwamend.w.z. de bommen verkregen, ter
vergrooting van de belasting op de eenheid van dwarsdoorsnede,
loodrecht op de kleinste afmeting een langgerekten vorm, welke
door bijzondere inrichtingen in de valrichting gestuurd werd. De
betreffende proeven hebben onder de oorlogsverhoudingen over
het algemeen een stormachtig verloop gehad, zijn ook lang niet
altijd systematisch gehouden en hebben daardoor aan het eind
van den oorlog niet tot een vaststaand resultaat geleid. De vraag
of de cylinder-, de druppel- of een gecombineerde vorm de gun
stigste is, de vraag over de beste verdeeling van de massa, het
vraagstuk over het aantal, de grootte en de juiste aanbrenging
van de stuurvlakken, of zij gebogen moeten zijn om rotatie te
verkrijgen en daardoor een grootere stabiliteit in de baan, begin
nen eerst thans tot een oplossing te geraken. Wel wordt er tegen
woordig naar gestreefd de verschillende bomsoorten gelijke
ballistische eigenschappen te geven, zoodat de banen onderling
gelijk zijn, opdat zij zoo noodig gelijktijdig afgeworpen kunnen
worden en de richtinstrumenten niet te ingewikkeld behoeven
te zijn. Dit laatste vooral is iets waar men oorspronkelijk niet aan
gedacht heeft, voornamelijk omdat men aanvankelijk slechts eischen
stelde betreffende de uitwerking.
Niettegenstaande al deze moeilijkheden waren de ervaringen
met deze bommen van langgerekten vorm verheugend vergeleken
bij die van kogelvorm. De valsnelheid steeg tot bij een valhoogte
van 4000 m. om pas van daar af gelijk te blijven. Zij bereikte
daarbij in een valtijd van 33 seconden een maximum van
250 m/sec. De kogelbom had voor deze valhoogte 40 seconden
noodig, terwijl voor den val in het luchtledige volgens de bekende
formule h %gt2 slechts 28 seconden noodig is.
Het spreekt van zelf, dat bovengenoemde getallen niet als maat
gevend beschouwd moeten worden, deze zijn toch afhankelijk van
76 5