dragen hebben, n.l. de gunstige gewichtsverhouding tusschen
vulling en bomlichaam vergeleken bij de gasgranaten, en de
uitwerking ook zonder nauwkeurig treffen van het doel. Zoo bevat
een gasbom ongeveer 50 a 60 van haar gewicht aan gas terwijl
een gasgranaat slechts 12 van haar gewicht aan gas bevat.
Gelukt het de gasbom met een tijdbuis uit te rusten, die de bom
op een bepaalde hoogte boven den grond doet springen dan zal de
geheele vulling tot haar recht komen. Dit echter is juist een voor
waarde, welke zeer moeilijk te verwezenlijken is daar het zeer
moeilijk is nauwkeurig op een bepaalde hoogte boven het terrein
te vliegen en er bovendien nog te veel spreiding in de brandtijden
van de tijdbuizen bestaat, zoodat men dus niet zeker is van de
juiste springhoogte, waar het juist bij gasbommen zoo zeer op
aankomt. Springt de bom eerst bij den aanslag, dan gaat een groot
deel der werking verloren. Ook nog op een andere wijze werd
beproefd de bom op een vaste hoogte boven den grond te doen
springen, door deze n.l. aan de voorzijde van een langen staaf
of stok te voorzien, die bij het treffen van den grond de bom
moet doen springen. Het schijnt echter dat deze methode niet vol
daan heeft.
Om de reikwijdte van gasbommen te vergrooten probeeren
de Amerikanen de gasbommen tevens van een zeer brisante spring
lading te voorzien. De bedoeling die hierbij voorzit, is om hierdoor
de vloeibare vulling in gassluiers te veranderen, welke zich door de
detonatie over een grooter oppervlak verspreiden dan de bij een
kleine springlading slechts langzaam verdampende vloeistof.
Overigens moet men zich van het vergassen van een terrein
door middel van gasbommen geen te overdreven voorstelling ma
ken. Hanslian berekent dat voor het vergassen van 1 km2
noodig is 10 ton mosterdgas Ritter 2) noemt 12 ton en Turner 3)
9 ton.
Nemen we dus als gemiddelde 10 ton mosterdgas aan om 1
km2 voldoende te vergassen, dan is daarvoor dus 17 ton aan gas
bommen noodig. Gebruiken we niet de grootste, maar ook niet
de kleinste bommenwerpers, die dus bv. 1 ton kunnen meevoe
ren, dan zijn voor 1 km2 reeds 17 vliegtuigen noodig. Wij gelooven
niet, dat onze eventueele tegenstander voldoende vliegtuigen bij
elkaar kan brengen (zie ons eerste artikel in het I. M. T. van
Mei j.l.) om b.v. een stad als Soerabaja op deze wijze te vergassen.
Indien we instede van gasbommen te gebruiken het
gas uit tanks uit de vliegtuigen laten afregenen (waar
echter speciale voorzieningen voor noodig zijn) dan wordt het
doode gewicht veel minder en zouden we met ongeveer 12 vlieg-
777
b Hanslian, Der Chemische Krieg.
b Ritter, Der Luftkrieg.
3) Turner, Journal of the Royal United Service Institution Nov. 1928.