5. DE LEGERSCHOENEN door G. I. VAN LEEUWEN, Kapitein der Intendance. I. Inleiding. In vorenstaande bijdrage over voetinsufficienties, haar voor koming en bestrijding, wijst de officier van gezondheid le kl. J. J. Eckhardt er op, dat een goede marschvaardigheid van den troep voor het leger steeds van het grootste belang zal blijven. Hiervoor is noodig, dat de militairen beschikken over sufficiënte voeten. Als eerste middel om voetinsufficienties te voorkomen, dan wel te genezen, noemt de heer Eckhardt het dragen van „goede schoenen". Het is dus niet ten onrechte, dat het schoenenvraagstuk bij de intendance de voortdurende belangstelling geniet. Ook kan men nog zeer terecht spreken van een „vraagstuk", want de huidige stand van zaken op dit gebied waarborgt nog geenszins, dat de militairen ten allen tijde over „goede schoenen" zullen beschikken. Een bevredigende oplossing van dit vraagstuk kan echter slechts worden bereikt, wanneer de daaraan verbonden moeilijk heden ook in den troep worden onderkend en van die zijde alle medewerking wordt verleend om het gestelde doel te bereiken. n. Doel van de schoenenvoorziening. De intendance behoort schoenen te verstrekken, welke op zich zelf bij het volbrengen van de vereischte marschprestaties geen aanleiding tot voetklachten zullen geven. Deze omschrijving is echter niet volledig, aangezien er enkele bijzondere omstandigheden zijn, waarmede rekening dient te worden gehouden en waardoor het gestelde doel minder gemak kelijk te bereiken is. In de eerste plaats moeten de militairen ten allen tijde over deze schoenen kunnen beschikken, dus niet alleen in vredestijd in de garnizoenen, maar ook in tijd van oorlog te velde. 792

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 58