He"4' Ifm
817
De batterij-off. heeft het toezicht in de bij.-stelling en geeft de cos. van
■den vuurleider door. Hij zorgt voor het inrichten der stelling, opstelling van
•en verbinding met de voorwagens, munitieaanvulling, beveiliging en waar
neming op korten afstand. In de voorbereidende werkzaamheden (opmeten
van de opstelling der stukken, zijd. schootsveld, min. afstand, uitvoering
le richting) zijn de sectiecdtn. en de richtkijker-oo. II hem behulpzaam.
De munitie-oo. houdt toezicht op het munitieverbruik in de batterij en
jhoudt de batterij-off. hiervan op de hoogte hij zorgt ook voor het opmeten van
de kruittemperatuur.
De batterij kent 4 vuursoorten1. stuksgewijze vuur met 1 stuk (nor
maal voor het inschieten), 2 snelvuur (Gruppenfeuer)3. salvovuur (Salv»)-
■en 4. lagen vuur (normaal voor het uitwerkingsvuur),-.M. VlAi/i jf\
De batterij is op marsch verdeeld in fe! vSSfo
1.
de gevechtsbatterij, bestaande uit: J'
Batterijstaf (Batterietrupp) Waarnemingsoff., schaarkijker-oc&(vMcl»®^^.-.v*'SjJ
-r TT n 1 1 r,.1 1TT 1 1V -
kijker-oo. I en II, 2 ber. ordsn. en 2 paardehouders. Verder de cdt.S^J^pJg^V^'
verbindingsechelon met een deel van de telefoongroep (als regel
telefn. met 1 draagpaard) en de ransel-radiogroep (bereden).
b. Verbindingsechelon (buiten de bij den batterijstaf marcheerenden)
Waarnemingswagen met cdt., hierbij de rekentroep en de ransel-radio
groep de rest van de telefoongroep (o.a. telefoon wagen)
c. Geschutechelon Batterij-off. met ber. ords., 2 secties, elk met 1 sectie-
cdt. en 2 stukken (vuurmonden zonder caissons), de opperwachtmees
ter.
d. le Munitie-echelon Cdt. met ber. ords., 2 secties, elk met 1 sectiecdt.
en 2 caissons. De caissons van het le munitie-echelon komen in de stel
ling naast de vuurmonden.
e. 2e Munitie-echelon Als het le.
f. Gevechtstrein Cdt., voorraadwagen, veldkeuken, res. paarden.
2. de verplegingstrein Cdt. met verplegingswagen.
3. de bagagetrein 1 vrachtauto.
De normale gangen zijn stap en draf. Galop kan noodig zijn voor het door
schrijden van open of onder vuur staande terreingedeelten, en soms uit
moreele overwegingen.
Het verbindingspersoneel van een batterij bestaat uit
a. de cdt. van den verbindingstroep.
b. een telef. patr. van 1 ber. cdt., 4 ber. manschappen, 1 onber. telefonist,
1 draagpaard, 1 lichte telefoonwagen met 4-span (van de 4 ber. man
schappen zijn vermoedelijk 2 stukrijders)
c. een telefoonpatr. B., bestaande uit 1 ber. cdt., 4 manschappen en de
waarnemingswagen met 6-span (van de 4 manschappen zijn vermoedelijk
3 stukrijders).
•d. een bereden ransel-radiopatr. 2 beredenen met 1 draagpaard.
e. een ransel-radiopatr. van 2 man op den waarnemingswagenhierop
bovendien de 2 man van den rekentroep.
De verbindingsmiddelen, die gebruikt worden, zijntelefoon, draagbare
radio, optische seinmiddelen en postenketen.
T.